Page 76 - !ROA2017-02
P. 76
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
5.3.3 Holle boog
Een holle boog is een cirkelvormige onderafronding in het verticale alignement. Bij
hoogteverschillen kleiner dan 12 meter in hoofdbanen wordt de holle boog zonder tussenkomst
van een verticale rechtstand direct op de bolle boog aangesloten, tenzij dit leidt tot een te hoog
hellingspercentage rond het overgangspunt tussen beide bogen.
functies
Een holle boog heeft de volgende functies:
- overwinnen hoogteverschil;
- faciliteren geleidelijke hellingwijziging verkeer;
- beperken van de verticale versnelling (comfort) van voertuigen.
standaardwaarden holle boog
Het maatgevende criterium voor de dimensionering van holle bogen is de duidelijkheid van het
wegbeeld, zodat de indruk van tegenbogen of knikken vermeden wordt. Hiertoe is het in het
algemeen voldoende uit te gaan van een boogstraal van R hol = 2 * R bol , zie ook paragraaf 5.6.1.
In tabel 5.24. zijn de minimale waarden voor holle bogen afgeleid van de minimale waarden
voor bolle bogen.
tabel 5.25. Minimale waarden holle boog
minimale straal holle
ontwerpsnelheid
boog
120 km/u 24.800 m
90 km/u 13.200 m
70 km/u 6.000 m
50 km/u 1.500 m
holle boog in onderdoorgangen
In onderdoorgangen en aquaducten waar de wegas zich onder maaiveld bevindt, is wegbeeld
niet maatgevend. Dan gelden eisen die zijn gebaseerd op comfort: de toename van de verticale
2
versnelling mag niet meer dan 1,0 m/s bedragen. De minimaal toepasbare boogstralen op basis
van comfort zijn weergegeven in tabel 5.26.
tabel 5.26. Minimale waarden holle boog in onderdoorgangen op basis van comfort
minimale straal holle
ontwerpsnelheid
boog
120 km/u 1.200 m
90 km/u 700 m
70 km/u 400 m
50 km/u 200 m
Aandachtspunt bij het ontwerpen van holle bogen in onderdoorgangen is de zichtbelemmering
door het plafond van de onderdoorgang, in combinatie met eventuele objecten als signalering,
bewegwijzering en installaties. Het toepassen van een kleine boogstraal voor de holle boog, in
combinatie met een lage plafondhoogte, kan leiden tot problemen met betrekking tot
wegverloopzicht en stopzicht voor het vrachtverkeer. In dit geval is niet comfort maar zicht
maatgevend. Voor de zichteisen met betrekking tot het verticale alignement in tunnels en
onderdoorgangen wordt verwezen naar paragraaf 9.2.4.
Pagina 76 van 168