Page 323 - EBOOK_Sejarah Islam di Nusantara
P. 323

302  —  SEJARAH ISLAM DI NUSANTARA


           54.  G.J.  Grashuis,  Zedeleer  naar  Ghazzāli  (Leiden:  Sijthof ,  1874);  Soendaneesch  Leesboek
             (Leiden: Sijthof , 1874); Soendanesche bloemlezing: Fabelen, brieven en verhalen (Leiden:
             Sijthof ,  1881);  Soendanesche  bloemlezing:  Legenden  en  Moslimsche  leerboekjes  (Leiden:
             Sijthof , 1891).
           55.  Bataviaasch Zendingsblad, 2–3 (1864): 31.
           56.  Grashuis, “Eerste leerboeken”, 49.
           57.  Grashuis, Bloemlezing, 1881, xi.
           58.  Grashuis, “Eerste leerboeken”, 50.
           59.  Grashuis, “Eerste leerboeken”, 51.
           60.  Grashuis, Bloemlezing, 1881, xxiii–xxiv.
           61.  Grashuis, “Eerste leerboeken”, 52–53.
           62.  Van der Chijs, “Bijdragen”.
           63.  Mengenai Verkerk Pistorius, lihat P.A. van der Lith, “Levensbericht van A.W.P. Verkerk
             Pistorius”, Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (1895): 168–86.
           64.  A.W.P.  Verkerk  Pistorius,  Studiën  over  de  Inlandsche  huishouding  in  de  Padangsche
             Bovenlanden (Zalt-Bommel: Noman, 1871), khususnya 188–240.
           65.  Verkerk  Pistorius,  Studiën,  210.  Judul-judul  yang  dikutip  adalah  “Sarof”,  “Nahoe”,
             “Pakihi”,  “Tafsir”,  “Hadis”,  “Salajoe”  dan  “Piei”.  Dua  yang  terakhir  ini  tampaknya
             merupakan rujukan bagi naskah-naskah yang dikumpulkan oleh “ulama” Piei di distrik
             Salayu (XIII Kota), yang sudah terkenal dengan sekolah besarnya. Bdk. Verkerk Pistorius,
             Studiën, 222.
           66.  Verkerk Pistorius, Studiën, 199, 201, 211–12.
           67.  Verkerk Pistorius, Studiën, 211.
           68.  Verkerk Pistorius, Studiën, 232.
           69.  Snackey, Sair Soenoer, 14 (lihat Bab 3, cat. 16).
           70.  Verkerk Pistorius, Studiën, 233–34.
           71.  Verkerk Pistorius, Studiën, 235–36.
           72.  C. Poensen, Brieven over den Islām uit de binnenlanden van Java (Leiden: Brill, 1886), 67.
             Poensen juga mengabaikan pilihan Freiderich terhadap gambaran mengenai seorang haji
             yang baik hati.
           73.  Poensen, Brieven, 69–70.
           74.  Poensen, Brieven, 70.
           75.  Lihat terutama P.J. Veth, Java: Geographisch, ethnologisch, historisch, 3 vol. (Haarlem: De
             Erven F. Bohn, 1875–82).
           76.  Lihat juga karyanya Catalogus der afdeeling Nederlandsche Kolonïen van de Internationale
             Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling (van 1 Mei tot ult. October 1883) te Amsterdam
             (Leiden: Brill, 1883).
           77.  Juynboll, “Moslimsche catechismus”, 215–31 (lihat Bab 2, cat. 33) dan “Samarkandi’s
             Catechismus opnieuw besproken”, BKI 29 (1881): 267–84.
           78.  Van den Berg, “Mohammedaansche godsdienstonderwijs”, 518–55 (lihat Bab 2, cat. 30).
           79.  C. Poensen, “Een mohammedaansche tractaatje”, MNZG 32 (1888): 1–23, 11.
           80.  Poensen, “Mohammedaansche tractaatje”, 4.
           81.  R.A. van Sandick, In het rijk van de vulkaan (Zutphen: T ieme, 1890); dan Leed en lief
             uit Bantam (Zutphen: T ieme, 1892); Sartono, Peasants’ Revolt of Banten (lihat Bab 3, cat.
             123); Laf an, “‘A Watchful Eye’” (lihat Bab 3, cat. 49).
           82.  L.W.C.  van  den  Berg  dan  R.H.T.  Friederich,  Codicum  Arabicorum  in  bibliotheca
             societatis artium et scientiarum quae Bataviae f oret asservatorum catalogum (Batavia dan
             Hague: Bruining, Wijt and Nijhof , 1873); L.W.C. van den Berg, De beginselen van het
             mohammedaansche recht, volgens de imâm’s Aboe Hanîfat en asj-Sjâfe’î (Batavia dan Hague:
             Bruining,  Wijt  and  Nijhof ,  1874);  Verslag  van  eene  verzameling  Maleische,  Arabische,
             Javaansche  en  andere  handschriften,  door  de  regeering  van  Nederlandsch  Indië  aan  het
             Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen ter bewaring afgestaan (Batavia:
   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328