Page 7 - HS 9 Toetsen van hypothesen
P. 7
Combinatieleer, kansrekening en verklarende statistiek
Methode 2: bepalen van de p-waarde
Verwerp indien de p-waarde < α = 0.01 (1%) zijnde het significantieniveau.
0
De p-waarde noemt men ook de overschrijdingskans. Dit is de kans, gegeven dat waar is, een waarde
0
te vinden op basis van de steekproef die erg extreem is.
De kans dat deze waarde voorkomt door toeval is in dit geval kleiner dan 1%.
GeoGebra commando
20
(140, , 140) = 0.00032 < 0.01
√20
De nulhypothese wordt verworpen.
Maak gebruik van de app “Kansrekenen” van GeoGebra:
Kies het tabblad “Statistiek”.
Kies in het rolmenu “Z test gemiddelde”
Kies bij Alternatieve hypothese > Dit is een rechts eenzijdige toets van het gemiddelde.
Vul de waarde in van de nuhypothese.
Vul de waarden in van het gemiddelde van de steekproef, zijnde 155. (niet 140)
20
Vul de waarde in van de standaardafwijking, zijnde 20. (niet = √20) omdat het aantal n moet
√20
worden ingegeven en GeoGebra zelf de aanpassing doet.
Vul het aantal elementen in van de steekproef, zijnde n = 20.
t
e
n
.
p-waarde (overschrijdingskans) o l
e
h
De p-waarde wordt door GeoGebra berekend en is 0,004 < 0,01. t
Deze overschrijdingskans is duidelijk kleiner van 0,01 (1%) a
m
De nulhypothese = 140 wordt verworpen. .
0
w
Opmerking: w
Indien het gemiddelde µ gekend is maar de standaardafwijking σ onbekend is, dan moet men een ander w
type hypothesetoets kiezen namelijk T-toets gemiddelde.
© 2024 Ivan De Winne ivan@mathelo.net 7