Page 8 - HS 5 Kansrekening
P. 8
Combinatieleer, kansrekening en verklarende statistiek
De uitkomstenverzameling is nu U = { b1 en b2 b1 en w , b2 en w } met #U = 3
Nu is G = {b1 en w , b2 en w }
De kans om een witte praline te hebben bij het willekeurig kiezen van twee pralines geeft nu als
#
resultaat = .
#
• Nog een andere correcte werkwijze:
Maak de pralines verschillend en een volgorde bij de keuze.
De uitkomstenverzameling is nu
U = { b1 en w , w en b1 , b2 en w , w en b2 , b1 en b2 , b2 en b1} met #U = 6
De gunstige uitkomsten zijn nu:
G = { b1 en w , w en b1 , b2 en w , w en b2 } met #U = 4
De kans om een witte praline te hebben bij het willekeurig kiezen van twee pralines geeft nu ook als
#
resultaat = = .
#
5.3 Experimentele kans
5.3.1 Draaien aan het kleurenrad
Open het GeoGebra bestand kleurenrad.ggb
of via de link https://www.geogebra.org/m/zbgmbwsn
Een cirkelschijf is onderverdeeld in een 6 schijfsectoren.
In de rechterhelft is elke sector één achtste van de volledige cirkelschijf.
In de linkerhelft zijn de twee schijfsectoren één vierde van de volledige cirkelschijf.
Voer een aantal keer een kansexperiment uit door het draaien aan het kleurenrad.
Noteer de experimentele frequenties en de bijhorende experimentele kansen van elke kleurensector.
Vergelijk de experimentele kansen met de theoretische kansen van elke kleurensector.
t
e
n
.
o
l
e
h
t
a
m
.
w
w
w
© 2024 Ivan De Winne ivan@mathelo.net 8