Page 12 - HS 6 Binomilae verdeling
P. 12
Combinatieleer, kansrekening en verklarende statistiek
1
( ≥ 3) = 1 − ( ≤ 2) = 1 − (10, , 2, ) ≅ 0.474407
4
d) Bereken de kans dat je meer dan 5 antwoorden correct gokt.
1
( > 5) = 1 − ( ≤ 5) = 1 − (10, , 5, ) ≅ 0.01972
4
6.3.5.2 Histogram van een binomiale kansverdeling
1
Dit commando (10, ) geeft een histogram met de kansverdeling.
4
6.3.5.3 Waarde variabele tussen twee grenzen.
Voorbeeld:
Gegeven een toevalsvariabele X.
X is binomiaal verdeeld.
Aantal experimenten n = 15 en p = 0,41
Bereken het aantal successen gelegen tussen 7 en 14 keer succes.
De verschillende waarden worden ingegeven als een rij 8…13 of een lijs {8,9,10,11,12,13}
(7 < < 14) = ?
t
e
n
.
o
l
e
h
t
a
m
.
w
w
w
© 2024 Ivan De Winne ivan@mathelo.net 12