Page 68 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 68
DVI 16-10-2007 09:41 Pagina 68
voorbijrijdende treinen. Misschien is het omdat dit voor mij de
eerste confrontatie was met een rampplaats, maar ik was werke-
lijk gechoqueerd. We probeerden eerst het rampgebied wat in
kaart te brengen. We schatten het terrein op zo’n 150 op 200 meter,
twee voetbalvelden groot dus. De lokale politie had met een
rood-wit lint de kern afgezet. Het beeld dat ik toen zag, zal me
altijd bijblijven: een grote kraan lichtte de staart van het vlieg-
tuig. Die zat, als een pijl in een vogelpikspel, in de grond vast. De
cockpit moest zeven meter diep uitgraven worden. Het was dui-
delijk dat bij deze crash zelfs geen poging tot noodlanding was
ondernomen.
De Roemeense speurders hadden ondertussen het terrein in
drie brede ‘straten’ ingedeeld. Wij zouden het anders hebben ge-
daan, in vierkantjes, maar uiteindelijk was het hun onderzoek,
niet dat van ons. Vierkantjes hebben het voordeel dat je nog
nauwgezetter kunt werken en de voorwerpen die je vindt, veel
accurater kunt vastleggen op een kaartje.
Als je aan de rand staat, dan zie je andere dingen dan wanneer
je er zelf middenin staat. Op zich is dat ook wel leerzaam. Je staat
daar, figuurlijk met handen en voeten gebonden, maar Joan had
het ons zonder veel franje ingepeperd: wij waren géén onderzoe-
kers, wij waren gasten en observatoren. Kijken en zwijgen was de
boodschap. We hadden geen enkele bevoegdheid en we konden
alleen maar hopen dat onze gereserveerde houding de Roeme-
nen voldoende vertrouwen zou geven om ons een plaatsje te ge-
ven in hun team. Maar het zou hun initiatief zijn en we zouden
ons niet opdringen. De lokale wetsgeneesheer droeg alle verant-
woordelijkheid en het medico-legale instituut van Boekarest zou
het onderzoek op de lichaamsresten doen.
Wat ik daar toen heb gezien zal ik mijn hele leven onthouden,
maar kan ik moeilijk beschrijven. Op het moment zelf raakte het
me ook niet, mijn emoties waren uitgeschakeld. Eén emotie bleef
68