Page 91 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 91
DVI 16-10-2007 09:41 Pagina 91
mogelijke slachtoffer. De DSI-hulpverlener concentreert zich op
de ondersteuning van het familielid tijdens dit meestal erg emo-
tionele proces.
Zodra de vragenlijst is afgerond, zal de DVI’er meestal ver-
trekken om zo snel mogelijk de gegevens die hij vergaard heeft
door te geven. Meestal blijven wij langer. Je kunt in een dergelij-
ke situatie immers niet eventjes binnenlopen, je vragen stellen,
vertrekken en de mensen achterlaten met hun twijfels, hun vra-
gen en hun verdriet. Wij proberen dan in te schatten welke hulp
ze eventueel nodig hebben gedurende de soms zenuwslopende
wachttijd. We bekijken in welke mate ze een eigen sociaal net-
werk hebben waarop ze kunnen terugvallen: familie, vrienden,
kennissen, collega’s. We stemmen onze hulpverlening hier een
stuk op af. Als we merken dat mensen geen sterk sociaal netwerk
hebben, zullen we zelf veel actiever en frequenter contact met
hen houden.
Als alles volgens het boekje verloopt, dan blijft het DVI-DSI-
koppel gedurende het hele verloop van het identificatieproces
bestaan. De DVI’er neemt contact op met de DSI-hulpverlener
telkens als er nieuwe ontwikkelingen zijn . De DSI’er houdt op
zijn beurt nauw contact met de familie en is in feite de interme-
diair tussen de familie en het DVI.
Wanneer er een identificatie van een lichaam gebeurd is, zal
het opnieuw dit koppel zijn dat naar de familie teruggaat. De
DVI’er zal de melding doen en nog eventueel praktische afspra-
ken maken. De DSI’er is op dit aangrijpende moment dan weer
aanwezig om de familie te ondersteunen. Onze hulpverlening
gaat dan nog enkele dagen door maar stopt in principe na de be-
grafenis. Niet dat de mensen dan in de steek worden gelaten,
maar dan worden er andere diensten ingeschakeld die de familie
op langere termijn kunnen begeleiden. Dit wordt de nazorg ge-
noemd en wordt verzekerd door de FOD Volksgezondheid.
Deze ramp bleek ook op dit vlak opnieuw een extra accent te
91