Page 17 - Vrolijke verhalen voor het slapengaan, inkijkexemplaar
P. 17

voorlopig gewoon even aankijken.’
               Waarop ze, toch enigszins gerustgesteld, de spreekkamer verlaten. Toch goed dat ze er even
               naar heeft laten kijken. Vond ze in ieder geval zelf. En Keesjan was het met haar eens.
               Haar vriendinnen valt natuurlijk op dat er iets aan haar is veranderd. Maar omdat ze er voor
               de rest gezond en stralend uitziet, zoals ze haar eigenlijk nooit eerder hadden meegemaakt,
               zijn ze alleen maar blij voor haar.
               ‘Je ziet er echt fantastisch uit,’ zegt een van hen enthousiast.
               ‘Ja vind je? Nou ja, zo voel ik me ook eigenlijk wel,’ zegt ze. Waarbij ze haar zorgen maar
               even verzwijgt. Zolang het goed ging, ging het goed, nietwaar.
               Ook op haar werk doet iedereen heel gewoon tegen haar. Alleen haar zussen kijken haar af en
               toe een beetje bevreemd aan.
               ‘Gaat het echt wel goed met je?’ vraagt er eentje bezorgd.
               ‘Ja hoor, echt wel,’ zegt ze. Positief blijven, denkt ze intussen, en niks laten merken. Het gaat
               goed, ik voel me goed en laat dat alsjeblieft zo blijven. Het heeft allemaal moeite genoeg
               gekost. Ik voel me weer helemaal gezond. En dat is toch het belangrijkste.
               Ze gaat nu geregeld wandelen in het bos. De boslucht doet haar goed en ze kan zich dan gelijk
               lekker uitleven in haar nieuwe liefhebberij, het opgraven van truffels. Die verwerkt ze dan in
               het avondeten. Tot groot genoegen overigens van Keesjan. Die lust er namelijk wel pap van.
               Niet lang daarna blijkt Annabel in verwachting te zijn. En baart zij, vrijwel op het
               uitgerekende tijdstip, drie schattige kleine rozige biggetjes. Die ze dan ook maar Porky,
               Hammy en Knorretje noemen.
               Haar baby’tjes zijn sindsdien haar lust en haar leven. En ze geeft hen alle liefde, aandacht en
               zorg die ze nodig hebben.
               Haar baan heeft ze inmiddels opgezegd. Ze wil zich nu geheel wijden aan het moederschap.
               Waar ze zich met hart en ziel aan overgeeft. En Keesjan vindt alles best. Zolang ze zich er
               maar goed bij voelt. Dat is het belangrijkste. Haar vriendinnen laten zich, op een na, niet meer
               zien. Ook haar familie laat het afweten. Het brengt hen als gezin alleen maar dichter bij
               elkaar. Keesjan neemt nu ook steeds meer de huishoudelijke taken op zich. Zodat Annabel
               zich volledig met de opvoeding van de kinderen kan bezighouden. Wat haar gelukkig zeer
               goed afgaat. Ze groeien dan ook voorspoedig op. Opvallend is dat ze niet vatbaar blijken voor
               de gebruikelijke kinderziekten. Alleen bij Knorretje werd een keer het begin van
               mond-en-klauwzeer geconstateerd. De dokter had daar echter een probaat middel tegen, zij
               het na een telefonisch consult met een bevriende veearts. Verder hadden ze wat hun
               gezondheid betreft weinig reden tot klagen. En ook met Annabel lijkt het vooralsnog goed te
               gaan.
               Oppervlakkig gezien is dat ook zo. En qua gezondheid had ze inderdaad niet te klagen. Het
               was meer dat haar uiterlijk… tja. Het was nu overduidelijk. Haar hart werd haar meer en meer
               de baas. Het viel niet langer te ontkennen. Zelf had ze er allang vrede mee. En Keesjan vond
               dat hij het maar gewoon moest accepteren. Kortom, ze moesten er maar mee leren leven.
               De symptomen namen nu hand over hand toe. En elke keer dat ze in de spiegel kijkt, ziet ze
               dat de veranderingen onmiskenbaar zijn. Nou ja, geen zorgen voor de dag van morgen.
               Er verstrijkt een jaar. En ze heeft zich er nu helemaal bij neergelegd.
               En Keesjan geniet telkens weer van haar dankbare blik als hij haar zachtjes over haar hoofd
               aait.
               ‘Kom maar, dan laat ik je even uit.’
               Waarop ze, grommend van genoegen, op handen en voeten naast hem over straat loopt.
               En zo gaat het sindsdien driemaal daags. Als dat geen liefde is…

                                                terug naar de inhoudsopgave
   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22