Page 16 - HS 5 Spreidingsgetallen met oefeningen
P. 16

Statistiek in de tweede graad



               Oefeningen hoofdstuk 5: Spreidingsgetallen

               1.  Bereken de variatiebreedte R, de mediaan en de interkwartielafstand van de volgende geordende
                  verzameling van gegevens en teken ook de bijhorende boxplot.
                      a)  4, 5, 5, 6, 9, 9, 10, 11, 12, 12, 12, 12, 13, 14, 15
                      b)  102, 107, 113, 113, 113, 124, 125, 127, 129,  132

               2.  Tijdens een snelheidscontrole wordt van 100 auto's de snelheid gemeten. De resultaten worden
                  voorgesteld in de volgende boxplot:













                      a)  Hoeveel auto’s reden trager dan 40 km/h?
                      b)  Hoeveel auto’s reden sneller dan 70  km/h?

                      c)  Bepaal de variatiebreedte.

                      d)  Bepaal de interkwartielafstand.
                      e)  Hoeveel auto’s reden met een snelheid tussen 40 km/h en 90 km/h?
                      f)  Bepaal ook de mediaan


               3.  Bereken het derde kwartiel, indien 25 % van de waarnemingsgetallen onder de 20 ligt en de
                   interkwartielafstand gelijk is aan 30.
               4.  Kwartielen

                     a)  Indien men het eerste kwartiel zoekt van 80 gerangschikte getallen, het hoeveelste getal is dit
                        dan?
                     b)  Indien men het derde kwartiel zoekt van 75 gerangschikte getallen, het hoeveelste getal is dit
                        dan?
                     c)  In de volgende boxplot is de linkerhelft van de doos kleiner dan de rechter.

               5.  In de volgende boxplot is de linkerhelft van de doos kleiner dan de rechterhelft.               t
                                                                                                                   e
                   Welke uitspraak is waar?                                                                        n
                                                                                                                   .
                      a)  In de linkerhelft van de doos zitten minder gegevens.                                    o
                                                                                                                   l
                                                                                                                   e
                      b)  In de linkerhelft van de doos zitten evenveel waarnemingsgetallen als in de rechterhelft van
                                                                                                                   h
                          de doos, maar ze liggen minder ver verspreid.                                            t
                                                                                                                   a
               6.  Bereken het gemiddelde, de variantie en ook de (steekproef)standaardafwijking van de            m
                                                                                                                   .
                  volgende verzameling ruwe data:                                                                  w
                        •    7, 3, 5, 7, 10, 10, 11, 11, 11, 13, 17                                                w
                                                                                                                   w

               © 2021 Ivan De Winne                 ivan@mathelo.net                                      15
   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21