Page 15 - HS 5 Spreidingsgetallen met oefeningen
P. 15

Statistiek in de tweede graad



               Voorbeeld 2:
               In 2012 viel er in Ukkel 976 mm neerslag in 221 dagen.
               In de periode 1981-2010 viel er gemiddeld 852 mm neerslag in 199 dagen.

               De standaardafwijking voor de hoeveelheid neerslag is 60 mm.
               De standaardafwijking voor het aantal neerslagdagen is 35 dagen.

               Bereken de Z-score voor de hoeveelheid neerslag en ook de Z-score voor het aantal regendagen in 2012.
                          976 − 852
                        =            = 2,06
                                
                              60
                        221 − 199
                      =            = 0,63
                          
                            35
               Wij kunnen hieruit besluiten dat er in 2021 gevoelig meer neerslag viel vergeleken met andere jaren.


               5.12 Voer voor specialisten… delen door (n-1)


               Het delen door (n – 1) heeft in de formules voor het berekenen van de variantie en de
               standaardafwijking heeft in statistiek een goede reden; de zogenaamde correctie van Gauss.

               In de statistiek maakt men daarom een onderscheid tussen de steekproefvariantie en de
               populatievariantie alsook de steekproefstandaardafwijking    en de populatiestandaardafwijking    .
               Rekentoestellen hebben dikwijls een knop voor het berekenen van de standaardafwijking, waarbij er
               enerzijds wordt gedeeld door n of anderzijds wordt gedeeld door (n-1).
               Om te weten welke knop je precies moet gebruiken is er een handig trucje.
               Maak een lijst met de getallen {1,2,3} en druk op de knop voor de standaardafwijking.

               Bekom je als antwoord 1, dan gebruik je de correcte formule met noemer (n -1) voor de
               steekproefstandaardafwijking   .


               Immers, het gemiddelde van de drie getallen {1,2,3} is 2.

               De som van de kwadraten van de afwijkingen t.o.v. dit gemiddelde is:
                                   2
               ∑  3   (   −   ) = (−1) + 0 + 1 = 2
                                 ̅
                                               2
                                                    2
                                                          2
                            
                    =1
               Steekproefvariantie waarbij in de formule in de noemer n-1 wordt gebruikt geeft
                                                                                                                   t
                                      2                                                                            e
                      3            ̅                                                                               n
                    ∑   =1 (   −  )         2                                                                      .
                                
                2
                  =                     =       = 1                                                                o
                            −1            3 − 1                                                                    l
                                                                                                                   e
               Steekproefstandaardafwijking waarbij in de formule in de noemer n-1 wordt gebruikt geeft            h
                                                                                                                   t
                                                                                                                   a
                       2
                  = √     = 1                                                                                      m
                     3 − 1                                                                                         .
                                                                                                                   w
                                                                                  2     2                          w
               Indien men in de noemer zou delen door n = 3 dan bekomt men enerzijds     en √ ≈ 0,816
                                                                                  3     3                          w
               © 2021 Ivan De Winne                 ivan@mathelo.net                                      14
   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20