Page 106 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 106
DVI 16-10-2007 09:42 Pagina 106
geving, zure bosgrond en vele insecten of kleine aaseters zorgen
voor een sneller ontbindingsproces. Soms is er sprake van uit-
droging of mummificatie. In de grond, begraven in een kist of
niet... alles gaat veel trager. De zuurtegraad van de bodem, de
diepte en de weersomstandigheden spelen een heel belangrijke
rol. In een natte context of in water ontbindt een lichaam dan
weer anders. Er kan sprake zijn van verzeping maar zelfs zoet of
zout water geeft verschillen. In het algemeen bewaart een lichaam
goed als de omgeving constant is. Denk maar aan de woestijn-
en ijsmummies en de veenlijken. Hoe meer afwisseling, hoe meer
destructie er kan optreden en hoe sneller het verval gebeurt.
Voor een forensisch antropoloog zijn de lichamen die in zuur
zijn opgelost, de moeilijkste. Zuur is ontzettend vernietigend. In
tegenstelling tot wat mensen denken, vormt een verkoold lichaam
eigenlijk minder problemen dan een lichaam in zuur. Vaak
denkt men dat een lichaam dat gecremeerd is alleen nog uit stof
en as bestaat. Dat is helemaal niet waar. Crematieresten zijn ei-
genlijk fragmenten bot die nog herkenbaar zijn. De urne met as
die familieleden na de crematie meekrijgen, bevat wel degelijk
de resten van het overleden familielid, maar wel nadat deze een
vermaalproces hebben doorgemaakt.
De perfecte misdaad bestaat niet. Alleen zijn er nog altijd gren-
zen in het onderzoek.
106