Page 111 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 111
DVI 16-10-2007 09:42 Pagina 111
De toestand van het voertuig, de omstandigheden, elk spoor, elk
detail moest in het dossier komen. Ik was niet de enige ‘fotograaf ’
op de plaats van het ongeval. Behalve de persfotografen – soms
lijkt het alsof ze ruiken dat er iets is gebeurd – stond ook de ver-
keersdeskundige met zijn fototoestel te zwaaien. Zijn foto’s
worden echter met een ander doel genomen en onze foto’s ver-
schillen ook heel erg, net omdat sommige details voor ons zeer
belangrijk zijn, maar voor de verkeersdeskundige verwaarloos-
baar.
Ik nam ook gedetailleerde beelden van de auto en de inzit-
tenden. Elk klein detail kan later van belang zijn. Op een derge-
lijk moment ben je alleen maar fotograaf, je kijkt door de lens en
al de rest – de pijn, de angst en de onmacht die de inzittenden
moeten hebben gevoeld en het leed van de families die binnen-
kort het slechte nieuws zouden krijgen – voel je niet. Dat is voor
later, als je bij het krieken van de dag naar huis rijdt...
Ik keek heel speciaal uit naar juwelen, herkenbare stukken
lichaam, niet-verkoolde kledingstukken. Nadat het werk ter plaat-
se was gedaan, werden de lichamen overgebracht naar het mor-
tuarium van Wetteren. Daar zouden ze door leden van het DVI
verder worden onderzocht. Het voertuig werd naar een hangar
gesleept waar speurders het helemaal zouden doorzoeken. Zo’n
dubbel speurwerk brengt soms merkwaardige dingen aan het
licht. Zo weten we dat de rug- en billenzijde van slachtoffers in
brandende voertuigen vaak heel nuttige informatie bevatten. Die
lichaamsdelen worden immers het minst aangetast door de
vuurmassa. Het is dan ook van belang om de lichamen zo voor-
zichtig mogelijk te manipuleren zodat geen van die sporen ver-
loren gaat. Een portefeuille in de achterzak van een jeans bij-
voorbeeld. Alles bij elkaar was dit geen aangename, maar wel een
overzichtelijke situatie.
111