Page 20 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 20
Zeebrugge overgebracht en daar zou dan ook mijn eerste stop
zijn.
Chaos
Hoe dichter we bij Zeebrugge kwamen, hoe meer de wegen
dichtslibden. Vrachtwagens stonden met tientallen achter elkaar
aan te schuiven. Auto’s kropen vooruit. Brandweer, politie, Rode
Kruis en andere hulpverleners baanden zich doorheen de file
een weg. En ook wij dwongen iedereen met toeters en bellen aan
de kant. Zelfs in de auto voelde je hoe de sfeer veranderde.
Het beeld op de marinebasis was bijna hallucinant. Lichamen
die uit het schip of uit het water waren gehaald, waren onder-
tussen overgebracht naar een hangar. Daar werden de eerste
post-mortemgegevens verzameld. Zodra de lichamen beschre-
ven waren, werden ze opgebaard in de sporthal van Zeebrugge.
Ik kan moeilijk beschrijven wat daar gebeurde. Misschien is de
juiste term ‘chaos’. Het was pure chaos. Iedereen liep door elkaar,
het stikte er van de mensen: rijkswacht, hulpverleners, Civiele
Bescherming, politie... Van enige algemene coördinatie was wei-
nig te merken. Iedereen deed wel verschrikkelijk zijn best, maar
niemand scheen echt te weten hoe we het met al die doden nu
verder moesten aanpakken.
Ik volgde het boekje en bood me aan bij majoor De Velter, de
districtscommandant van Brugge. Die leek best tevreden dat ik
er was en nodigde me meteen uit op de coördinatievergadering
van het crisiscomité. Die werd geleid door Olivier Vanneste, de
gouverneur van West-Vlaanderen. De man had net een volledi-
ge rampenplanning op papier gezet en ik denk dat hij tot op de
dag van vandaag onwaarschijnlijk opgelucht moet zijn dat hij
toen op dat moment die rampenplanning had. De gouverneur
werkte opvallend correct, gestructureerd en was heel competent.
Vanaf dat moment voelde je gewoon dat hij de zaak in handen
had. Later heeft hij trouwens van de Engelse koningin de titel
20