Page 21 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 21

van Knight  Commander  of  the  British  Empire  gekregen,  om  de
                               manier waarop hij de reddingsactie in Zeebrugge heeft geleid.
                                  Op de vergadering had ik carte blanche gekregen om in nauw
                               overleg  met  onderzoeksrechter  Dhoest  alle  maatregelen  te  ne-
                               men om de doden te identificeren. Onmiddellijk daarna ging ik
                               naar mijn mensen. We hadden in deze zaak twee aspecten: de le-
                               venden en de doden. Bij de levenden was het grote probleem dat
                               verschillende mensen naar verschillende ziekenhuizen waren ge-
                               voerd. Wie zich precies waar bevond, moest eerst duidelijk wor-
                               den. Alleen zo konden de zogoed als ontbrekende lijsten van de
                               opvarenden van de boot worden aangevuld en bekeken worden
                               wie ervan werd vermist. Deze lijsten waren voor ons dus enorm
                               belangrijk  om  te  weten  bij  wie  we  terechtkonden  voor  ante-
                               morteminformatie  over  de  doden.  In  tegenstelling  tot  wat  de
                               meeste mensen denken, ben je met de post-mortemgegevens die
                               je op de lijken hebt verzameld geen stap verder om ze te identi-
                               ficeren.  Je  hebt  ante-mortemgegevens  nodig  over  de  vermisten
                               om ze met de post-mortemgegevens te vergelijken, en die gege-
                               vens kun je alleen maar krijgen via hun nabestaanden.
                                  Ondertussen  had  het  parket  van  Brugge  al  een  wetsgenees-
                               heer  aangeduid:  professor  Jacques  Timperman  uit  Gent  en  zijn
                               collega  en  latere  opvolger,  professor  Michel  Piette.  Mijn  entree
                               daar  was  allesbehalve  opbeurend.  Timperman  bekeek  me  van
                               top tot teen en deelde me dan koudweg mee dat mijn aanwezig-
                               heid niet gewenst was. Hij hield zich bezig met gerechtelijke ge-
                               neeskunde en hij had ons daar niet bij nodig. Discussie gesloten.
                               Even was ik te verbijsterd om iets te zeggen. Ik ben stilletjes naar
                               buiten  gegaan  en  heb  toen  mijn  baas,  de  commandant  van  het
                               CBO,  van  het  probleem  op  de  hoogte  gebracht.  Kolonel  Luyten
                               loste  het  subtiel  op.  Hij  nam  contact  op  met  professor  Timper-
                               man en hij heeft hem toen heel rustig en diplomatisch uitgelegd
                               wat wij hem als steun konden bieden.
                                  Eigenlijk begreep ik Timperman ook wel enigszins. Hij werd



                                                            21
   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26