Page 26 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 26
die gingen samen op pad. Ze bleven samenwerken tot het hele
dossier was afgewerkt. Het taalprobleem werd opgelost door Brit-
se sociale werkers van de sociale dienst van Dover en het Britse
Rode Kruis. Door de typische vooroordelen die er toen beston-
den zoals ‘macho rijkswachter’ en ‘geitenwollen sokken maat-
schappelijk assistent’ verliep deze combinatie in het begin wat
stroef, maar het wederzijdse respect groeide en na een tweetal
dagen werkte dit systeem als een goed geoliede machine.
Een na een konden we zo de lichamen identificeren. Daarna
moesten ze naar Britse gewoonte gebalsemd worden – iets wat
voor ons nieuw was – en werden ze naar het AZ Sint-Jan in
Brugge overgebracht. Daar konden de familieleden hen in een
open kist groeten. Ondertussen spoelden er hier en daar op het
strand nog negen lichamen aan, zelfs in Nederland. Het post-
mortemwerk ging dus ook nog verder.
De boot moest worden rechtgetrokken en het besef groeide
dat in die boot nog tientallen, zo niet meer dan honderd licha-
men zouden liggen. De tijd en het water zouden hun deel heb-
ben opgeëist. De lichamen zouden lang niet zo ‘netjes’ zijn als de
slachtoffers die we in de eerste uren na de ramp in onze hangar
hadden gekregen. De commandant van de rijkswacht, generaal
Beernaert, besefte gelukkig ook dat de opdracht die wij hadden
gekregen, emotioneel zeer belastend zou zijn. Hij vroeg aan de
medische dienst van het leger – de rijkswacht was daar toen nog
onderdeel van – of zij geen opgeleide mensen in huis had met
ervaring in dit soort dingen. Nu hadden we in België nooit eer-
der zoiets meegemaakt. Bij het leger was er echter wel een psy-
choloog, kapitein Luc Quintein, die zich had gespecialiseerd in
battlestress en posttraumatische stoornissen (PTSD). Vanaf dat
moment was er ook op het terrein oog voor de psychologische
opvang.
26