Page 24 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 24
Gruwelijk
In het begin wilden de Britse autoriteiten onder druk van de fa-
milies zo snel mogelijk de identificatie van de slachtoffers. Voor
hen was de visuele identificatie al voldoende. Wij stonden daar
huiverachtig tegenover. Mensen zien wat ze willen zien en een
verdronken, opgezwollen lichaam is niet altijd zo fraai om te zien.
Het enige voordeel was wel dat die eerste lichamen eigenlijk vrij
ongeschonden waren. De Belgische onderzoeksrechter hakte de
knoop door: als de Britten het zo deden, dan moesten wij ons
daar maar in schikken. Dus legden wij de lichamen op een rij in
de sportzaal van Zeebrugge. En een tweede rij en een derde...
48 lichamen in rijen naast elkaar. De poorten gingen open en
families defileerden er voorbij. Ik vond het gruwelijk. Een man
zocht tussen al die lichamen zijn vrouw, zijn dochter en zijn klein-
zoon. Hij wees zijn vrouw aan. Onmiddellijk vroegen wij de an-
te-mortemgegevens op en begonnen wij te vergelijken. Die ene
vrouw was geïdentificeerd. Hij wees zijn kleinzoon aan en toen
ook zijn dochter. Hij merkte dat hij zich vergiste en toonde een
tweede vrouw... En een derde. Geen van de vrouwen zou echter
zijn dochter zijn. Pas twee maanden later hebben we zijn kind in
het rechtgetrokken schip teruggevonden.
Net buiten de deur van de hall waar we de lichamen hadden
opgebaard, drumde de Britse pers om een glimp van de getrof-
fen families op te vangen. Er waren geen grenzen, ellebogenwerk,
voetwerk, duwen, schoppen... Alles was toegelaten voor dat ene
beeld, die ene quote. Ik ben die avond gedegouteerd naar huis
gereden.
We zijn met de Britten en met de onderzoeksrechter opnieuw
rond de tafel gaan zitten. Er werd overeengekomen dat we de In-
terpolrichtlijnen zouden respecteren en alleen identificeren op
basis van de vergelijking van de post-mortemgegevens met de
ingewonnen ante-mortemgegevens. Ondertussen was het ook
duidelijk geworden dat alle slachtoffers Britten zouden zijn. De
24