Page 152 - !ROA2017-02
P. 152
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
9 Tunnels
Dit hoofdstuk is van toepassing op een gesloten constructie met een minimale lengte van 250 m
en wordt hier een tunnel genoemd. Tunnels zijn bijzondere delen in een wegvak, omdat een
tunnelingang of -uitgang in de beleving van de weggebruiker een onderbreking in het wegbeeld
is, (en) vanwege de/het afwijkende:
- lichtomstandigheden;
- zichtbeperkende objecten;
- (openheid) wegbeeld;
- langshelling.
26
In tunnels is sprake van een hoger verkeersveiligheidsrisico . De volgende aspecten liggen
hieraan ten grondslag:
- weggebruikers ervaren een hogere rijtaakbelasting vanwege de bovengenoemde afwijkingen;
- vanwege de aanwezigheid van verticale hellingen ontstaan er (grotere) verschillen in de
snelheid, wat tot een minder homogeen verkeersbeeld (turbulentie) leidt;
- vanwege de gesloten constructie kunnen de gevolgen van een incident ernstiger zijn, ingeval
van brand of het vrijkomen van gevaarlijke stoffen.
Vanwege het hogere verkeersveiligheidsrisico als gevolg van de aanwezigheid van de
tunnelconstructie, is elk aanvullend verkeersveiligheidsrisico (als gevolg van het wegontwerp)
zeer ongewenst. Daarom wordt in tunnels minimaal een gelijkwaardige inrichting
voorgeschreven als voor standaard wegvakken. Dat wil zeggen een inrichting zoals omschreven
in de hoofdstukken 5 en 6 in combinatie met compenserende maatregelen voor de effecten die
optreden als gevolg van de tunnelconstructie. De uitzondering hierop is, dat volgens landelijk
beleid geen vluchtstroken worden toegepast in tunnels.
In het onderstaande wordt nader ingegaan op de overeenkomsten en verschillen tussen tunnels
en standaard wegvakken. In paragraaf 8.2 wordt vervolgens aangegeven welke aanvullende
aspecten meespelen bij het wegbeeld in en rond tunnels.
9.1 Overeenkomsten tussen tunnels en standaard wegvakken
Vanwege het hogere verkeersveiligheidsrisico dienen in tunnels minimaal de standaard
ontwerpwaarden als voor standaard wegvakken te worden toegepast. Dit komt (onder andere)
tot uiting in:
- het minimaal toepassen van standaard horizontale en verticale boogstralen, waarbij in ieder
geval aan de zichtcriteria wegverloopzicht en stopzicht voldaan dient te worden;
- het toepassen van een standaardvormgeving van discontinuïteiten (hoofdstuk 6);
- het uitgaan van een standaard perceptiereactietijd en standaard wrijvingscoëfficiënten.
9.2 Verschillen tussen tunnels en standaard wegvakken
Voor tunnels zijn ten opzichte van standaard wegvakken enkele aanvullende aandachtspunten
van toepassing. Het betreft hier de volgende onderwerpen, die in het navolgende van deze
paragraaf verder zijn toegelicht:
26 Dit betreft in feite het domein van de tunnelveiligheid, dat er op gericht is de extra veiligheidsrisico’s voor de weggebruiker ten
opzichte van de open weg te beheersen. Een veilige tunnel begint altijd bij een goede verkeersveiligheid. Aanvullend worden tal van
veiligheidsvoorzieningen aangebracht in een tunnel om de gevolgen van een ongeval zoveel mogelijk te beperken (ventilatie,
vluchtdeuren e.d.).
Pagina 152 van 168