Page 154 - !ROA2017-02
P. 154

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017









                      Obstakelafstand
                      In een tunnel mogen afwijkende maten worden aangehouden (ten opzichte van tabel 5.20 in
                      paragraaf 5.4.1) voor de obstakelafstand tot de barrier c.q. geleideconstructie.

                      Tabel 8.2. Horizontale objectafstanden in tunnels
                      ontwerpsnelheid   ontwerpvoertuig   Objectafstand  (binnenkant
                                                            kantstreep tot barrier c.q.
                                                                geleideconstructie)
                      120 km/u       personenauto                        1,00 m
                                     vrachtauto                          1,00 m
                        90 km/u      personenauto                        1,00 m
                                     vrachtauto                          1,00 m
                        70 km/u      personenauto                        0,60 m
                                     vrachtauto                          0,60 m
                        50 km/u      personenauto                        0,50 m
                                     vrachtauto                          0,50 m



                      Afstand tot de tunnelwand
                      De afstand tussen de buitenste rijstrook (zowel links als rechts)  en de tunnelwand moet over de
                      gehele tunnellengte constant zijn. Dit is van belang om misleiding te voorkomen.


                      Ruimtereservering extra capaciteit
                      Bij het ontwerp van een tunnel dient de ontwerper na te gaan in hoeverre er ruimte
                      gereserveerd moet worden voor een toekomstig extra rijstrook (reserveringsstrook). Anders dan
                      voor standaard wegvakken geldt voor tunnels dat een keuze voor een rijbaanbreedte in principe
                      onherroepelijk is. Een reserveringsstrook kan als vluchtstrook worden gebruikt zolang de
                      reserveringsstrook nog niet als rijstrook in gebruik is genomen.


                      Tegenverkeer
                      Tweerichtingsverkeer in één tunnelbuis is wettelijk gezien alleen in bijzondere omstandigheden
                      toegestaan, onder strikte voorwaarden (Bouwbesluit 2012, artikel 6.45).


           9.2.2      Zichtlengte
                      In tunnels gelden op het gebied van zichtlengte twee afwijkingen ten opzichte van standaard
                      wegvakken:
                      -  wegverloopzicht mag niet onderbroken worden;
                      -  er hoeft niet voldaan te worden aan anticipatiezicht, behalve bij discontinuïteiten en bij de
                        tunnelmond.

                      Bij standaard wegvakken is het in uitzonderingsgevallen toegestaan dat het wegverloopzicht
                      gedurende 2 rijseconden afwezig is. In tunnels is dit niet toegestaan.

                      Bij het wegontwerp in tunnels dient evenals bij standaard wegvakken voldaan te worden aan de
                      minimale lengtes voor stopzicht en wegverloopzicht. Bij voorkeur wordt ook voldaan aan
                      anticipatiezicht, maar buiten discontinuïteiten is dit geen vereiste. Anticipatiezicht heeft immers
                      meer met comfort te maken. Bovendien is anticipatiezicht in tunnels minder relevant, omdat de
                      tunnelconstructie reeds zorgt voor een goede geleiding van de weggebruiker.



                        Pagina 154 van 168
   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159