Page 155 - !ROA2017-02
P. 155

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017








           9.2.3      Horizontale bogen
                      Omdat er in tunnels met de wandconstructie en/of barrier een continue zichtbeperkend element
                      aanwezig is, dient bij het ontwerp van een horizontale boog altijd gecontroleerd te worden of de
                      benodigde zichtlengte aanwezig is (zie afbeelding 9.1). Onderstaande berekeningsprincipes
                      kunnen ook gebruikt worden bij horizontale bogen op of nabij bruggen/viaducten, en bij krappe
                      bogen in verbindingswegen met zichtbeperkende elementen.

                      afbeelding 9.1. Zichtbeperking (stopzicht) in horizontale boog in een tunnel




















                      Bij de bepaling van de minimale horizontale boogstraal gelden dezelfde uitgangspunten voor het
                      zichtpunt en het waarneempunt als bij standaard wegvakken. In afwijking van standaard
                      wegvakken dient in tunnels nagegaan te worden of een vrachtauto niet maatgevend is boven
                      een personenauto voor wat betreft het waarneempunt. In tunnels zijn immers grotere
                      zichtbeperkende objecten aanwezig (tunnelwand). Met name bij discontinuïteiten (met lagere
                      snelheden) kan dit relevant zijn.

                      De minimale boogstraal wordt als volgt berekend:

                                        (L  ) 2
                      R h, min           z
                              2 *   d  d w    d  d c  2
                                     z
                                               z

                      Hierin is (zie ook afbeelding 9.2):
                      -  L z    : zichtlengte (m);
                      -  R h,min : minimale horizontale boogstraal (m);
                      -  d z    : afstand tussen binnenkant kantstreep en zichtbelemmerend object (m);
                      -  d w    : afstand tussen binnenkant kantstreep en waarneempunt bestuurder (m);
                      -  d c    : afstand tussen binnenkant kantstreep en controleobject (m).















                                                                                                 Pagina 155 van 168
   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160