Page 8 - !ROA2017-02
P. 8

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017









           1          Inleiding




                      Voor u ligt de Richtlijn voor het Ontwerpen van Autosnelwegen in Nederland.

                      Bij het opstellen van deze Richtlijn is uitgegaan van een duidelijke ontwerpfilosofie. Het
                      uitgangspunt hierbij is het voorschrijven van een basiskwaliteit voor autosnelwegen. Deze
                      basiskwaliteit wordt verkregen door een zodanige dimensionering van de weg dat de
                      doorstroming, de verkeersveiligheid en de begrijpbaarheid gewaarborgd zijn, volgens de
                      integrale benadering vanuit Duurzaam Veilig: weg - voertuig – mens. Hierbij dient de omgeving,
                      zoals weg en het voertuig, aan te sluiten bij wat en mens kan en dient deze ondersteuning en
                      bescherming te bieden. Hiervoor zijn in deze Richtlijn de gewenste niveaus voor
                      verkeersveiligheid en doorstroming vertaald naar een gewenste maatvoering. Zodoende kan
                      worden gesteld dat een bepaalde maatvoering leidt tot een gewenst niveau voor
                      verkeersveiligheid en doorstroming. Deze maatvoering is de kern van deze Richtlijn.

                      De opzet van de Richtlijn heeft als speerpunt het geven van duidelijkheid aan de ontwerper.
                      Daarnaast moet de Richtlijn kunnen dienen als bindend document tussen Rijkswaterstaat en een
                      (ontwerpende) opdrachtnemer binnen de verschillende contractvormen. In dit kader is het van
                      belang dat de Richtlijn ondubbelzinnig en duidelijk van aard is. Daarom is gekozen om een
                      standaardmaatvoering te kiezen voor alle ontwerpcomponenten. Het toepassen van deze
                      standaardmaatvoering voor de verschillende ontwerpcomponenten moet leiden tot een integraal
                      ontwerp dat in zijn geheel voldoet aan de gewenste basiskwaliteit.

                      In alle reguliere situaties dient de standaardmaatvoering toegepast te worden om de gewenste
                      kwaliteit te waarborgen. In de richtlijn wordt de informatie gegeven die noodzakelijk is om te
                      komen tot een kwalitatief goed ontwerp, op basis van de standaardmaatvoering. En worden de
                      achterliggende theorieën en onderbouwingen weergegeven.

           1.1        Richtlijn en beleid
                      Bij het opstellen van deze Richtlijn is gekozen om een beleidsneutrale ontwerprichtlijn op te
                      stellen, geoptimaliseerd vanuit de speerpunten doorstroming en verkeersveiligheid.
                      In het ontwerpproces van autosnelwegen kunnen ontwerpkeuzes echter worden beïnvloed door
                      bepaald beleid dat wordt gevoerd, waarbij gekozen wordt om af te wijken van de Richtlijn. Dit
                      beleid kan op diverse niveaus ingrijpen, van bijvoorbeeld de categorisering en het tracé van
                      autosnelwegen tot bijvoorbeeld het verhogen van de maximumsnelheid naar 130 km/u. Omdat
                      beleid aan wijzigingen onderhevig is, is gekozen om beleidsaspecten voor de lage
                      abstractieniveaus uit de Richtlijn te houden, en de richtlijn op deze niveaus puur te baseren op
                      de genoemde speerpunten.


           1.2        Toepassingsgebied
                      Deze richtlijn is uitsluitend van toepassing op het ontwerp van nationale stroomwegen
                      (autosnelwegen) en vervangt de Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2014 (RWS, 2 maart 2015).

                      Conform de Uitvoeringsvoorschriften Besluit Administratieve Bepalingen inzake Wegverkeer
                      (BABW) mag aan een weg de status van nationale stroomweg worden gegeven wanneer:
                      • de lengte van het als nationale stroomweg aangeduide weggedeelte minimaal 2,5 km
                      bedraagt;
                      • de weg gelegen is buiten de bebouwde kom en de doorgaande rijbaan is aangewezen als
                      voorrangsweg;
                      • de weg ongelijkvloerse kruisingen, gescheiden rijbanen en vloeiend verlopende toe- en afritten
                      heeft.


                        Pagina 8 van 168
   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13