Page 11 - !ROA2017-02

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017

3 Traject

Een traject is een autosnelweg binnen het totale netwerk, of een combinatie van enkele delen
van meerdere autosnelwegen. Het autosnelwegennetwerk is zodoende te verdelen in
verschillende trajecten. Bij de verdeling in trajecten wordt gekeken naar de (grote) doorgaande
stromen, zodat een traject overeenkomt met een belangrijke doorgaande route voor grote
aandelen verkeer. Veelal komt een traject overeen met één routenummer, bijvoorbeeld A1.

De keuzes op netwerkniveau gelden als randvoorwaarden voor het trajectniveau. Het
trajectniveau is het meest gedetailleerde beleidsniveau en geldt daarmee als basis voor het
ontwerpproces, dat van toepassing is op het onderliggende detailniveau: het tracéniveau. De
belangrijkste (beleids)variabelen op trajectniveau zijn:
1
- wegcategorie Autosnelweg of Stadsautosnelweg , aansluitend op netwerkvisie;
- ontwerpsnelheid;
- (locatie van) aansluitingen op het onderliggende wegennet.

Reeds op trajectniveau is het van belang na te denken over ontwerpimplicaties van
beleidsmatige keuzes voor een traject. Voorkomen moet worden dat er keuzes worden gemaakt
die het verdere ontwerpproces vanaf tracéniveau nodeloos complex (duur) maken. Indien dit
risico bestaat, is het raadzaam om vanaf het begin van de planstudie of verkenning reeds een
ervaren ontwerper te betrekken. Daarnaast is het van belang dat vanuit het ontwerpproces
vroegtijdig de implicaties van beleidsmatige keuzes in termen van beleidseffecten (veiligheid,
doorstroming en milieu) en kosten worden teruggekoppeld naar de beleidsbeslissers.

3.1 Autosnelweg en Stadsautosnelweg
Binnen een traject wordt onderscheid gemaakt worden tussen Autosnelwegen en
Stadsautosnelwegen. De Autosnelweg is het standaardtype snelweg, met een functie voor
hoofdzakelijk lange afstandsverkeer. Naast de Autosnelweg bestaat een tweede categorie: de
Stadsautosnelweg. Stadsautosnelwegtrajecten worden gekenmerkt door een belangrijke functie
voor het lokale en regionale verkeer, een functie die in sommige gevallen belangrijker kan zijn
dan het afwikkelen van het lange afstandsverkeer.

De Stadsautosnelweg gaat door een gebied met veel herkomsten en bestemmingen, en wordt
daarom gekenmerkt door een grote aansluitingsdichtheid. Een ander belangrijk kenmerk is dat
de wegomgeving een duidelijk stedelijk karakter heeft door de nadrukkelijke aanwezigheid van
bebouwing of andersoortige stedelijke objecten. Deze wegomgeving moet voor de weggebruiker
duidelijk herkenbaar zijn, zodat de Stadsautosnelweg met bijbehorende vormgeving aansluit bij
het verwachtingspatroon van de weggebruiker.

Het type autosnelweg is een belangrijk onderscheid bij het ontwerp van autosnelwegen. Aan
Stadsautosnelwegen worden op beleidsniveau afwijkende eisen gesteld aan het ontwerp,
hetgeen afwijkende uitgangspunten geeft voor het ontwerpproces.

Toepassing
Het toepassen van een Autosnelweg heeft altijd de voorkeur boven het toepassen van een
Stadsautosnelweg. Daarnaast moet een Stadsautosnelweg een logisch onderdeel zijn binnen het
netwerk, gezien vanuit de netwerkvisie. De keuze voor het toepassen van een Stadsautosnelweg

1 De notaties Autosnelweg en Stadsautosnelweg (met hoofdletter) verwijzen naar de categorisering zoals beschreven in paragraaf 3.1.
Er is een onderscheid in ontwerpsnelheid en (hierdoor) vormgeving. Beide categorieën vallen onder de generieke term autosnelweg
(zonder hoofdletter). Dit zijn alle wegen waarvan het ontwerp gebaseerd is op deze Richtlijn.

Pagina 11 van 168