Page 12 - !ROA2017-02
P. 12

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017









                      moet daarom zorgvuldig worden afgewogen en gedegen worden onderbouwd. De belangrijkste
                      criteria hierin zijn functie binnen het netwerk (netwerkvisie), doorstroming en veiligheid.

                      Door het toepassen van meerdere wegcategorieën bestaat de mogelijkheid dat er een
                      lappendeken aan wegcategorieën ontstaat. Dit is ongewenst. Daarom geldt een minimale
                      wegvaklengte van 5 km waarvoor de categorie Stadsautosnelweg geldt. Binnen het Nederlandse
                                                                                                 2
                      hoofdwegennet zijn de volgende rijkswegen als Stadsautosnelweg gecategoriseerd :
                      -   A2 Maastricht;
                      -   A9 Gaasperdammerweg;
                      -   A10 Ring Amsterdam;
                      -   A12 Den Haag Utrechtsebaan;
                      -   A20 Ring-noord Rotterdam.

                      Een alternatief voor de toepassing van een Stadsautosnelweg is een systeem van hoofd- en
                      parallelbanen, zoals dat is toegepast op de A2 en A12 bij Utrecht, de A2 bij ’s-Hertogenbosch en
                      Eindhoven en de A16 bij Rotterdam. De hoofdbaan vervult dan de functie voor het lange
                      afstandsverkeer, en is gecategoriseerd als Autosnelweg. De parallelbaan vervult dan de functie
                      voor het regionale verkeer, en kan gezien worden als de Stadsautosnelweg. Een dergelijke
                      oplossing heeft de voorkeur boven autosnelwegen die naast veel regionaal verkeer een grote
                      hoeveelheid lange afstandsverkeer afwikkelen.

           3.2        Parallelstructuren
                      Bij het toepassen van parallelstructuren over langere afstanden moet het verkeerskundig
                      functioneren goed worden beschouwd. Aspecten die daarbij een rol spelen zijn:
                      -   verkeersafwikkeling;
                      -   robuustheid;
                      -   complexiteit (opéénvolging van discontinuïteiten);
                      -   bewegwijzering;
                      -   begrijpbaarheid voor de weggebruiker (Human Factors);
                      -   inpassing.

                      Een alternatief voor een parallelstructuur is het toevoegen van capaciteit op de hoofdbaan.

           3.3        Ontwerpsnelheid

                      Definitie
                      De ontwerpsnelheid is de gekozen voertuigsnelheid die maatgevend is voor de dimensionering
                      van de weg en de ontwerpelementen. Met deze snelheid kunnen voertuigbestuurders veilig en
                      comfortabel rijden, mits er geen lagere maximale snelheid voor het soort voertuig is
                      voorgeschreven (zoals voor bussen en vrachtwagens) en ze niet gehinderd worden door het
                      overige verkeer of weersomstandigheden.
















                      2  Niet in alle gevallen is de categorisering als Stadsautosnelweg gezien de functie in het netwerk gewenst.

                        Pagina 12 van 168
   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17