Page 14 - !ROA2017-02
P. 14
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
uitzonderingen gemaakt. Doorgaand verkeer (route met hetzelfde routenummer) dient met deze
ontwerpsnelheid en zonder in- en uit te voegen te kunnen doorrijden.
Voor doorgaande hoofdbanen op ringwegen en schakels binnen belangrijke economische
gebieden), is de ontwerpsnelheid maximaal 1 stap lager dan voor hoofdverbindingen, dus
90 km/u. Er is dan sprake van een Stadsautosnelweg. Een ontwerpsnelheid van 70 km/u wordt
niet toegepast. Een verlaging van het snelheidsregime, bijvoorbeeld een 80 km/u zone, kan wel
worden toegepast.
Standaardwaarden niet-hoofdbanen
Onder de categorie niet-hoofdbanen worden parallelbanen, rangeerbanen en verbindingswegen
onderscheiden. Deze rijbanen worden allen vormgegeven als (stads)autosnelweg.
De ontwerpsnelheid van parallelbanen is afhankelijk van de functie van deze rijbaan in het
netwerk. Indien de parallelbaan een belangrijke functie voor het langeafstandsverkeer vervult,
heeft deze rijbaan een ontwerpsnelheid gelijk aan de hoofdbaan. In andere gevallen ligt de
ontwerpsnelheid maximaal één stap lager dan op de hoofdbaan. Boven een lengte van 2 km
moet afgewogen worden of de ontwerpsnelheid van de hoofdbaan ook op de parallelbaan
toegepast moet worden, omdat de parallelbaan boven deze lengte steeds belangrijker wordt
voor langeafstandsverkeer. Bovendien ervaart de weggebruiker een dergelijk lange
parallelstructuur niet meer als lagere wegcategorie maar als gelijkwaardig aan de hoofdbaan,
waardoor hij zijn snelheid gelijk zal houden aan die op de hoofdbaan.
De ontwerpsnelheid van rangeerbanen is één stap lager dan de ontwerpsnelheid van de
hoofdbaan, dus 90 km/u voor Autosnelwegen en 70 km/u voor Stadsautosnelwegen (zie tabel
3.1).
tabel 3.1. Ontwerpsnelheid parallelle niet-hoofdbanen
ontwerpsnelheid
type rijbaan
parallelbaan rangeerbaan
niet-hoofdbaan langs doorgaande hoofdbaan Autosnelweg 120 / 90 km/u 90 km/u
niet-hoofdbaan langs doorgaande hoofdbaan Stadsautosnelweg 90 / 70 km/u 70 km/u
De ontwerpsnelheid van verbindingswegen is afhankelijk van het type verbindingsweg (zie ook
paragraaf 0). Voor directe verbindingswegen geldt een standaard ontwerpsnelheid van 90 km/u,
met een ondergrens van 70 km/u. Voor semidirecte verbindingswegen geldt een standaard- en
tevens minimumwaarde van 70 km/u. Voor indirecte verbindingswegen wordt een
ontwerpsnelheid van minimaal 50 km/u toegepast.
Achtergrond
De toepassing van verschillende ontwerpsnelheden is afhankelijk van:
- de hoofdeisen volgens de Duurzaam Veilig filosofie, te weten functionaliteit, homogeniteit,
4
vergevingsgezindheid, herkenbaarheid en statusonderkenning ;
- de functie/importantie van het traject of knooppunt in het nationale en internationale
wegennet.
Uitgaande van de fysieke kwetsbaarheid van de mens in een botsing met relatief grote massa’s,
harde voorwerpen en grote vertragingen bij hogere snelheden, dienen de verschillen in snelheid
en acceleratie van de weggebruikers zoveel mogelijk door de lijnvoering van de weg beperkt te
worden. Ook dient in dit kader de overgang tussen verschillende typen rijbanen gefaciliteerd te
worden door soepele snelheidsstappen en voldoende tussenafstanden. Dit betekent voor
doorgaande routes zo min mogelijk snelheidsverschil tussen auto’s, bussen en vrachtwagens.
Aan de andere kant zijn snelheidsverschillen noodzakelijk voor het inhalen en passeren van
langzamere voertuigen, en zijn hogere acceleratiewaarden voordelig voor de dynamiek van de
4 SWOV, Door met Duurzaam Veilig. Nationale Verkeersveiligheidsverkenning voor de jaren 2005-2020, Leidschendam, 2005
Pagina 14 van 168