Page 94 - !ROA2017-02
P. 94

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017









                      tabel 5.42. Minimale breedte obstakelvrije zone ter reductie van risico’s inzittenden en derden
                      ontwerpsnelheid   breedte t.b.v. risico’s inzittenden   breedte t.b.v. risico’s derden
                      120 km/u                           13,00 m                    20,00 m
                        90 km/u                          10,00 m                    20,00 m
                        70 km/u                          6,00 m*                    12,00 m
                        50 km/u                          4,50 m*                     9,00 m
                      *) bij toepassing van deze minimale maat wordt niet voldaan aan de minimale maat voor vluchtruimte naast
                      een vluchtstrook. Dit moet worden meegenomen in de afweging.

                      Afhankelijk van het risico is de bovenstaande maat onvoldoende. Er treed bijvoorbeeld meer
                      risico op bij een kanaal dan bij een boom. Zie voor een verdere onderbouwing de ROA Veilige
                      Inrichting Bermen.
                      De obstakelvrije zone wordt gemeten vanaf de binnenkant van de kantstreep. De buitenberm
                      wordt in het standaard dwarsprofiel gemeten vanaf de buitenzijde van de verharding. De
                      minimale breedte van de buitenberm in het standaard dwarsprofiel wordt aldus verkregen door
                      de (minimale) breedte van de obstakelvrije zone te verminderen met de vluchtstrookbreedte
                      inclusief kantstreep (3,70 m). Indien de buitenberm is gelegen in de buitenbocht van een krappe
                      boogstraal (R ≤ 300 m) dan dient een grotere obstakelvrije zone te worden toegepast dan de
                      minimale maat zoals hier omschreven. Zie hiervoor de ROA Veilige Inrichting Bermen.

                      afbeelding 5.28. Obstakelvrije buitenberm in standaard dwarsprofiel
























                      buitenberm met obstakels
                      Wanneer binnen de obstakelvrije zone obstakels gesitueerd worden, dient eerst beschouwd te
                      worden of deze niet buiten de obstakelvrije zone geplaatst kunnen worden of botsvriendelijk uit
                      te voeren. Indien dit niet mogelijk is dienen deze obstakels afgeschermd te worden. De
                      standaardoplossing voor afscherming van obstakels is het toepassen van een
                      afschermingsvoorziening. Bij het toepassen van een afschermingsvoorziening dienen de
                      vluchtruimte en de vluchtzone in acht te worden genomen, dus de afschermingsvoorziening
                      dient buiten de vluchtruimte en vluchtzone geplaatst te worden. Voor de richtlijnen voor het
                      toepassen van een afschermingsvoorziening wordt verwezen naar de Richtlijn ‘Veilige inrichting
                      van bermen’.

                      Indien noodzakelijk kunnen binnen de obstakelvrije zone gootconstructies worden aangebracht
                      voor zover dat geen gevaar oplevert voor het verkeer en de werking van een eventueel
                      aanwezige afschermingsvoorziening daardoor niet nadelig wordt beïnvloed. Deze gootconstructie
                      dient dan buiten de vluchtstrook te worden aangebracht.


                        Pagina 94 van 168
   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99