Page 99 - !ROA2017-02
P. 99
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
boogstraal onder een bepaalde grenswaarde komt. Er wordt een grotere verkanting toegepast
naarmate de horizontale boogstraal kleiner wordt, om zo de weggebruiker te ondersteunen bij
het uitvoeren van zijn rijtaak. Het oppervlak van de verharding heeft een oplopende hoogte naar
de buitenzijde van de boog.
Daarnaast vervult de verkanting ook een functie in het wegbeeld, door de zichtbaarheid van een
boog te verbeteren. Bovendien bevordert de verkanting de continuïteit van het wegbeeld, door
bij een gekozen ontwerpsnelheid aan een krappere boog een evenredig grotere verkanting
gegeven. Zo wordt de inschatting van de boog ondersteund.
Verkanting wordt toegepast indien de horizontale boogstraal zodanig klein is, dat er compensatie
nodig is voor de middelpuntvliedende kracht op rijdende voertuigen. De verkanting neemt dan
ook de waterafvoerende functie van het afschot over, waardoor de ondergrens voor de
verkanting 2,5 % bedraagt. Voor ruimere bogen dan de waarden zoals weergegeven in tabel
5.44 hoeft geen verkanting te worden toegepast. Het afschot mag in die situaties ook aflopen
naar de buitenzijde van de boog. Dit wordt ook wel tegenverkanting genoemd.
tabel 5.44. Grenswaarden horizontale boogstralen waaronder verkanting noodzakelijk is
ontwerpsnelheid minimale boogstraal
120 km/u 4.000 m
90 km/u 2.000 m
70 km/u 800 m
50 km/u 300 m
De verkanting in horizontale bogen kan op niet-hoofdbanen worden opgehoogd naar maximaal
7,0%. Voor de relatie tussen horizontale bogen en verkanting wordt verwezen naar paragraaf
5.2.2.
tabel 5.45. Maximale verkanting in bogen
rijbaan verkanting
hoofdbaan 2,5 %
niet-hoofdbanen 7,0 %
5.5.3 Verkantingsovergang
Een verkantingsovergang is het gedeelte van de rijbaan waar de dwarshelling (verkanting)
verandert. Bij een gelijkgerichte verkantingsovergang wordt de helling vergroot of verkleind,
zonder dat de afwateringsrichting verandert. Bij een wentelende verkantingsovergang vindt er
een richtingsverandering van de verkanting plaats.
verkantingsfiguren
Voor de vormgeving van de verkantingsovergang kan onderscheid gemaakt worden tussen de
rechtlijnige en cirkelvormige verkantingsfiguur.
Bij een rechtlijnig verkantingsfiguur is het verticale alignement van de kantstreep recht.
Daardoor verandert de dwarshelling lineair. Aangezien in de overgangsboog de verandering van
de boogstraal ook lineair verloopt, is er steeds een lineair verband tussen de straal in het
horizontale alignement en de verkanting in een bepaald punt van de verkantingsovergang.
Een cirkelvormige verkantingsfiguur is opgebouwd uit twee cirkelsegmenten. Hierdoor ontstaat
een vloeiende verkantingsovergang, waarbij de kantstreep twee tegengesteld gerichte
cirkelbogen doorloopt. Er bestaat dan geen lineair verband tussen de verandering van de straal
Pagina 99 van 168