Page 32 - Basisreceptenboek
P. 32

02.  CAKEBESLAG OF BOTERBESLAG


           Bereidingswijzen:

              a)  warme bereiding:
           Eieren en suiker opkloppen met verwarming tot ± 37° C. Voldoende luchtig uitkloppen
           tot de juiste stevigheid bekomen is.
           De gesmolten boter onderspatelen.
           De gezeefde bloem onderspatelen.

              b)  koude bereiding 1:
           De zachte boter met de suiker en de smaakstof romig kloppen.
           De eieren één voor één toevoegen en verder luchtig kloppen. Indien melk (lauw)
           toegevoegd wordt, nu een deel geleidelijk toevoegen.
           De bloem onder het beslag mengen (event. vermengd met gekonfijte vruchten). Indien
           melk (lauw) toegevoegd wordt, opnieuw de rest geleidelijk ondermengen.

              c)  koude bereiding 2:
           De zachte boter met een deel van de suiker en de smaakstof luchtig kloppen.
           De eierdooiers één na één toevoegen en verder luchtig kloppen. De eiwitten met de rest
           van de suiker opkloppen tot een stevig glad schuim.
           Een gedeelte van het schuim onderspatelen. De gezeefde bloem onderspatelen.
           De rest van het gladde schuim onderspatelen.

              d)  koude bereiding 3 (bloem-boterbeslag):
           De zachte boter luchtig kloppen, de gezeefde bloem toevoegen en luchtig kloppen.
           De eieren en de suiker met verwarming luchtig kloppen en stevig uitkloppen.
           Het biscuitbeslag onder het bloem-botermengsel spatelen.


































                                                                                                                     31
   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37