Page 21 - HS 8 Afgeleiden
P. 21

GeoGebra in de derde graad








               ➢  Bepaal het tekenverloop van de afgeleide functie f ‘ en het waardenverloop (stijgen
                   en dalen) van f.



                           x              …              …              …              …
                      Teken van f ’

                   Stijgen/dalen van f


               ➢  Bereken de eventuele (locale) maxima en minima van f.


               ➢  Noteer een mogelijk verband tussen het stijgen of dalen van de grafiek van f en het
                   tekenverloop van de afgeleide functie van f.



               Uitgewerkt voorbeeld 6 via link  https://www.geogebra.org/m/brPkfXMw
               Besluit:

               De grafieken van de besproken veeltermfuncties uit de opgaven 1 tot en met 6, voldoen aan een aantal
               kenmerken:

               Deze grafieken kennen een vloeiend verloop (zijn continu), dit betekent;
               zonder haperingen, perforaties of sprongen

               Deze grafieken zijn bovendien overal afleidbaar;
               men kan immers in elk punt de raaklijn aan de grafiek van f tekenen en deze  raaklijn is niet verticaal.
               In dergelijke situaties is het onderzoek naar het stijgen en dalen van de grafiek van f en het bepalen van
               de extrema (maximum of minimum) vrij eenvoudig.


               ALGEMEEN BESLUIT:

                                                                                                                   t
               Verband tussen tekenverloop van f ‘en waardeverloop f                                               e
                                                                                                                   n
               Veronderstel dat de functie f overal continu en afleidbaar is.                                      .
                                                                                                                   o
                                                                                                                   l
                                                                                                                   e
               STIJGEN, DALEN of CONSTANT ZIJN VAN f                                                               h
                                                                                                                   t
                                                                                                                   a
               Indien f ‘(x) > 0 in een interval a,b  dan is  f   .............. in dit interval                 m
                                                                                                                   .
               Indien f ‘(x) < 0 in een interval  a,b  dan is  f   .............. in dit interval                w  w
                                                                                                                   w
               Indien f ‘(x) = 0 in een interval  a,b  dan is  f   .............. in dit interval



               © 2024 Ivan De Winne                                          ivan@mathelo.net                                                          21
   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26