Page 10 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 10
Gelukkig voor de Compagnie en haar schaduw Soenan, dat
de goede verstandhouding en eensgezindheid tussen die twee
helden tegen de opdringende macht van de Compagnie al gauw
verminderden en spoedig in de felste vijandschap veranderde.
Volgens de Babad Panambangan zou deze breuk het gevolg zijn
van het feit, dat Raden Mas Said (Mangkoenagara) na de verovering
van Panaraga betrekkelijk onverdiend een standje van zijn oom
Mangkoefcfoemi had gekregen. Er zullen wel diepere oorzaken
onder gelegen hebben. Zeker is, dat de verkoeling toenam na
de onderhan- delingspogingen van von Hohendorff.
Deze had met de sterkste en bekwaamste van de twee re
bellen, Raden Mas Said, meer dan eens onderhandelingen aan
geknoopt, die echter telkens waren afgestuit op de te hoge eisen
van dezen. Deze kon nl. slechts met zijn verheffing lot Soesoe-
hoenan genoegen nemen.
Het tastbare resultaat van genoemde toenaderingspogingen
was voor de Compagnie echter goed genoeg. Want nadat Mang-
koeboemi vernomen had, dat de Compagnie vrede met zijn neef
wilde sluiten, laaide de tussen schoonvader en schoonzoon be
staande tweedracht hoog op met het ons bekende gevolg.
Ieder der drie oorlogsvoerende partijen had voortaan twee
vijanden tegenover zich. De verwarring en de verwoestingen
namen daardoor nog in hevigheid toe en de toestand in Midden-
Java werd hoe langer hoe rampzaliger.
Overal werd geplunderd, gebrand en gemoord. De te velde
staande gewassen werden alle onder de voet gelopen. Meer en
meer deed zich voedselschaarste gevoelen. Er dreigde alom een
verschrikkelijke hongersnood. Eén kojan rijst kostte toen 100
rijksdaalders! ')
Onder zulke omstandigheden aanvaardde de opperkoopman
Nicolaas Hartingh, de latere pacificator van Midden-Java, liet be
stuur over het gouvernement van Java's Noord-Oostkust. Deze
zag in, dat de Compagnie meer gebaat was door een politiek
van onthouding en het tegen elkaar uitspelen van de twee an
dere partijen. Zo bepaalde hij zich tot het verdedigen van reeds
bezette posten en wachtte hij een goed ogenblik af om zijn slag
te slaan.
Mangkoeboemi vertoonde op een gegeven ogenblik neiging
') Aukes pag. 14.
4