Page 11 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 11

tot  onderhandeling. Hiervan  op  de  hoogte gebracht greep Hartingh
         in  en  met  succes.  Hij  wist  een  samenkomst  met  Mangkoeboemi
        te  Padangan  te  bewerkstelligen  op  de  22ste  September  1754.
         Bij die samenkomst werd  afgesproken,  dat Hartingh namens Mang­
        koeboemi  aan de Soesoehoenan zou  verzoeken, welk  verzoek door
        hem  persoonlijk  zou  worden  ondersteund,  aan  Mangkoeboemi de
        titel  van  Sultan  en  de  helft  van  de  bovenlanden  van  het  Rijk  te
        willen  doen  toewijzen.  Daar  tegenover  verbond  Mangkoeboemi
        zich  zijn  krijgsmacht  bij  die  van  de  Compagnie  en  die  van  de
        Soesoehoenan te  zullen  voegen om  Raden Mas Said te bestrijden.')
            Raden  Mas Said,  die  hiervan  bericht  kreeg,  trachtte  de  bij­
        eenkomst  te  verhinderen,  doch  te  laat.  Toen  hij  te  Padangan
        verscheen,  vond  hij  een  verlaten  legerkamp.  De  Gouverneur  van
        Java s  Noord-Oostkust  was  vertrokken.  Mangkoeboemi  kon  zich
        fog bijtijds  redden  door  zich  in  een  spelonk  te  verbergen,  doch
        zijn  legerkamp  moest  hij  aan  de  woede  van  Raden  Mas  Said
        overgeven,  die  het  dan  ook  direct  aan  de  vlammen  prijsgaf.
            Meer  doordrongen  dan  te  voren  van  de  haast,  die  hij  moest
        maken,  wou  hij  nog eieren  voor  zijn  geld  krijgen,  zond  Mang­
        koeboemi  als  bewijs  van  zijn  beste  bedoelingen  zijn  gijzelaars
        naar  Semarang  en  verenigde  hij  zijn  troepen  met  die  der  Com­
        pagnie.  Tegen  de  verenigde  macht  der  Compagnie  en  van  de
        Sultan  was  Raden  Mas  Said  begrijpelijkerwijs  niet  opgewassen.
        Toch  wachtte  deze  stoutmoedig  hun  aanvallen  af.  Deze  vonden
        plaats  eerst  bij  de  desa  Semangkah,  daarna  bij  Sidakarsa.
        Beide  slagen  verloor  Raden  Mas Said  en  hij  moest  naar  de  om­
        streken  van  Patjitan  terugtrekken.  Nadat  hem  hier  nog enige  ne­
        derlagen  waren  toegebracht,  begon  de  afval  van zijn  volgelingen.
        Een  prijs  van  1000  rijksdaalders werd  toen op zijn hoofd gesteld.-)
            Intussen  had  de  verdeling  van  het  Mataramse  Rijk  te Gianti
        plaats gehad op de 13de Februari 1755. Deze plaats, die nu als Djanti
        bekend  staat,  ligt  op de  helling van  G. Lawoe,  12 palen  beoosten
       Soerakarta. Uit  naam der Compagnie  riep Hartingh Mangkoeboemi
       op  plechtige  wijze  uit  tot  Vorst  over  de  helft  van  de  Mataramse
       bovenlanden  en  huldigde  hij  hem  in  onder  de  titel  van  Sultan
       Hamengkoeboewana,  Senopati  ingalaga,  Ngabdoe'r Rahman,  Saji-
       din  Panatagama,  Kalipatoe'llah.  Tot  hoofdplaats  koos  deze  toen

       ') De  jonge,  deel  X.  pag.  286  en  XLVIII.
       2 ) Aukes,  pag.  16.

                                                                   5
   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16