Page 125 - !ROA2017-02
P. 125
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
afbeelding 6.6. Visualisatie afleiding turbulentielengte
Stroomafwaarts van een convergentiepunt is meer verkeer te verwachten dan stroomopwaarts
van dit punt. Daarom gelden bij twee opeenvolgende convergentiepunten hogere
minimumwaarden voor de (gecombineerde) turbulentielengte.
6.1.6 Bewegwijzeringsafstanden
Bewegwijzeringsafstanden zijn de afstanden tussen de bewegwijzering onderling of tussen
bewegwijzering en het naderende divergentiepunt.
Bewegwijzering is het geheel van visuele boodschappen die op, langs of boven de weg zijn
aangebracht om de weggebruikers in staat te stellen hun route te bepalen. Bewegwijzering dient
zodanig aangebracht te worden, dat de bestuurder:
- de aangeboden informatie kan lezen en verwerken zonder dat hij snelheid vermindert;
- benodigde manoeuvres op een comfortabele manier kan bepalen en uitvoeren;
- de plaats kan bepalen waar hij zich op een gegeven moment bevindt;
- informatie tot zich kan nemen over weggebonden bestemmingen, zoals verzorgingsplaatsen.
De bewegwijzering heeft een sterke relatie met de vormgeving van autosnelwegen.
Bewegwijzering moet daarom integraal in het ontwerpproces meegenomen worden.
eisen aan bewegwijzeringssysteem
Om een bewegwijzeringssysteem te laten functioneren, is het noodzakelijk een consequent
systeem toe te passen. De vijf hoofdeisen waaraan bewegwijzering moet voldoen zijn:
- uniformiteit;
- continueïteit;
- leesbaarheid;
- zichtbaarheid;
- begrijpelijkheid.
Voor de vormgeving van bewegwijzering wordt verwezen naar de ‘Handreiking
Bewegwijzeringsschema’s’ en de ‘Richtlijnen bewegwijzering 2014’.
Pagina 125 van 168