Page 126 - !ROA2017-02
P. 126
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
benodigde bewegwijzeringsafstanden
De bewegwijzering ondersteunt een bestuurder bij de beslissing welke rijstrook of rijbaan hij
moet kiezen, zodanig dat een bestuurder voorafgaand aan een divergentiepunt voldoende
gelegenheid krijgt om zijn keuze te maken. Bovendien moet hij voldoende ruimte hebben om de
daartoe benodigde rijstrookwisselingen en/of snelheidsaanpassing te kunnen uitvoeren.
Bij de nadering van een actiepunt heeft een bestuurder tijd nodig om voor te sorteren. Daarom
worden meerdere borden voor de afslaande richting geplaatst met een afstandsaanduiding tot
het actiepunt. Deze borden stellen eisen aan de minimale afstand tussen twee aansluitingen of
tussen een aansluiting en een knooppunt.
Voor de benodigde bewegwijzeringsafstanden bij verschillende rijbaanindelingen wordt verwezen
naar de ‘Handreiking Bewegwijzeringsschema’s’ en de ‘Richtlijnen bewegwijzering 2014’.
6.1.7 Relatie tot horizontaal alignement
Voor het toepassen van discontinuïteiten in gebogen weggedeelten zie tabel 6.3 voor waarden
ten aanzien van het horizontaal alignement.
tabel 6.4. Minimale horizontale boogstralen bij het toepassen van discontinuïteiten
minimale horizontale boogstraal
situatie
hoofdbaan Niet hoofdbaan
Rechtsdraaiende boog 3.000
Linksdraaiende boog 4.000 300
6.2 Invoeging
Een invoeging is een convergentiepunt waar een rijbaan (de toeleidende rijbaan) door middel
van een invoegstrook aansluit op de rechterzijde van een andere rijbaan (de doorgaande
rijbaan). Hierbij is sprake van ongelijkwaardigheid tussen beide rijbanen. De toeleidende rijbaan
is hierin de ondergeschikte tak. De richtlijnen die gelden voor het toepassen van een invoeging
zijn beschreven in paragraaf 4.5.4.
De invoegstrook wordt gezien als extra rijstrook van de doorgaande rijbaan, en deze kan nadat
het verkeer heeft ingevoegd komen te vervallen.
6.2.1 Standaardoplossingen
Een voorbeeld van een standaardinvoeging is weergegeven in afbeelding 6.7.
afbeelding 6.7. Standaard invoeging
Wanneer de toeleidende rijbaan uit meer dan 1 rijstrook bestaat, wordt deze voor het einde van
het puntstuk afgestreept door middel van een verdrijvingsvlak. De afstreping sluit aan op de
vluchtstrook langs de doorgaande rijbaan, zie afbeelding 6.8. De resterende rijstrook voegt in
volgens het bovenbeschreven standaardprincipe. Uitgaande van een toeleidende rijbaan met een
Pagina 126 van 168