Page 120 - !ROA2017-02
P. 120

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017









                      De benodigde deceleratielengte is afhankelijk van de volgende factoren:
                      -  ontwerpsnelheid van de doorgaande rijbaan;
                      -  ontwerpsnelheid van de afbuigende rijbaan;
                      -  vertraging van het decelererende voertuig;
                      -  gemiddeld hellingspercentage van de afbuigende rijbaan.

                      situering deceleratielengte
                      Er dient voor twee scenario’s voldoende deceleratielengte aanwezig te zijn:
                      1. een voertuig voegt tijdig uit naar de uitrijstrook en benut deze en eventueel het eerste deel
                        van de afbuigende rijbaan voor een comfortabele deceleratie (L d );
                      2. een voertuig voegt op het laatste moment uit, vlak voor het puntstuk, benut de uitrijstrook
                        niet voor deceleratie maar decelereert met een forse vertraging op het eerste deel van de
                        afbuigende rijbaan (L d ’).

                      Voor de situering van de deceleratielengte gelden de volgende uitgangspunten:
                      -  het begin van de deceleratielengte in het eerste scenario (L d ), bij toepassing van een parallel
                        aanliggende strook, is het punt waar de strook op breedte is, zie afbeelding 6.3;
                      -  het begin van de deceleratielengte in het tweede scenario (L d ’), is het puntstuk, zie afbeelding
                        6.3. Bij een taperuitvoeging is de deceleratielengte L d ’ maatgevend;
                      -  het einde van de deceleratielengte is het midden van de overgangsboog van de afbuigende
                        baan;
                      -  bij zeer gestrekte afritten wordt de deceleratielengte berekend tot het einde van de verwachte
                        wachtrij. De snelheid is hier 0 km/u. Bij zwaar belaste afritten moet de toets of het mogelijk is
                        te decelereren naar de staart van de wachtrij altijd worden uitgevoerd, ook als de ligging niet
                        gestrekt is.

                      afbeelding 6.3. Deceleratielengte












                      berekening deceleratielengte
                      De benodigde deceleratielengte wordt berekend voor beide scenario’s. Beide scenario’s moeten
                      in het ontwerp passen. De feitelijke verschillen tussen de twee scenario’s zijn:
                                                   2
                                                                                                  2
                      -  remvertraging: circa 1,5 m/s  (scenario 1: comfortabel, gas loslaten) en 2,5 m/s  (scenario 2:
                        hard, rekening houdend met nat wegdek);
                      -  start van de beschikbare deceleratielengte (zie afbeelding 6.3).

                      De snelheid aan het begin van de deceleratielengte is gelijk aan de ontwerpsnelheid van de
                      doorgaande verkeersbaan. Ook bij berekening van de lengte van de linker rijstrook van de
                      taperuitvoeging wordt uitgegaan van de volledige ontwerpsnelheid.













                        Pagina 120 van 168
   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125