Page 115 - !ROA2017-02
P. 115
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
Parallax moet altijd worden voorkomen. Met een driedimensionale wegbeeldanalyse is na te
gaan of en waardoor er parallax optreedt. Middels aanvullende geleidingselementen (zie ook
hoofdstuk 7) kan de eigen rijbaan beter geaccentueerd worden, waardoor misleiding wordt
voorkomen.
verwarring over de richtingsverandering
Verwarring over (de aard van) een richtingsverandering kan ontstaan wanneer:
- de verkantingsovergang in het begin van een overgangsboog is gesitueerd. Dit kan de indruk
van een tegenboog(je) geven (en daarmee een horizontale S-boog). Wanneer het verdere
verloop van de weg op dat moment afgeschermd wordt door bijvoorbeeld een kunstwerk of
beplanting, kan in uitzonderingsgevallen verwarring ontstaan over de aard van de werkelijke
richtingsverandering van de weg. De weggebruiker wordt dan misleid wat betreft het
werkelijke boogverloop. Dit moet voorkomen worden met een overgangsboog van voldoende
lengte, waarin de verkantingsovergang bij voorkeur aan het einde van de overgangsboog
wordt gesitueerd;
- de tangentpunten van een horizontale en een verticale boog niet samenvallen. Hierdoor kan
de indruk van een tegenboog ontstaan. Indien het onvermijdelijk is om een verheffing of
verlaging te laten samenvallen met het tangentpunt van de horizontale boog of op enige
afstand van het tangentpunt van een horizontale boog te beginnen, dan moet het beeld van
een tegenboog worden voorkomen. Voor de voetafronding moet dan een aanmerkelijk grotere
straal gekozen worden (ter grootte van minimaal vijfmaal de horizontale boogstraal), of er
dient een verticale rechtstand met een helling van maximaal 0,2 % te worden toegepast;
- een afrit gesitueerd is in een links draaiende bocht, vooral wanneer bij duisternis en/of een
19
nat wegdek de lengtemarkering slecht zichtbaar is. Een verwarrend wegbeeld is te
vermijden door de afrit een sterk gebogen tracé te geven en het puntstuk een grote hoek te
geven.
19 Slecht zichtbare markering zelf kan worden voorkomen door het toevoegen van wegdekreflectoren of door Type II markering aan te
brengen.
Pagina 115 van 168