Page 117 - !ROA2017-02
P. 117
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
Bij het eindpunt van accelereren moet een voertuig 75 % van de ontwerpsnelheid van de
doorgaande rijbaan bereikt kunnen hebben, om zo verstoringen in de doorgaande
verkeersstroom te minimaliseren.
De benodigde acceleratielengte is afhankelijk van de volgende factoren:
- snelheid van voertuigen op de doorgaande baan;
- snelheid van het voertuig aan het begin van de acceleratielengte;
- versnelling van het accelererende voertuig;
- gemiddeld hellingspercentage van de toeleidende rijbaan.
situering acceleratielengte
Bij een invoegende beweging wordt ervan uitgegaan dat de invoegstrook niet volledig voor
acceleratie wordt benut door personenauto’s. Er moet daarom voldoende acceleratielengte
worden verwerkt in de toeleidende rijbaan, zie . Indien uit de berekening een grotere
acceleratielengte nodig blijkt, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van een opgaande helling,
dient deze gerealiseerd te worden door middel van verlenging van het acceleratiegedeelte van
de toeleidende rijbaan, en niet door middel van een langere invoegstrook. Op deze wijze is de
verlenging ook effectief voor verkeer dat meteen na het einde van het puntstuk de hoofdbaan
oprijdt.
Het beginpunt van accelereren is het punt waar de horizontale boog in de toeleidende rijbaan
overgaat in de overgangsboog, of – bij afwezigheid van een overgangsboog – het punt vanaf
waar er vrij naar 120 km/u kan worden geaccelereerd. Het eindpunt van accelereren ligt 100 m
stroomafwaarts van de spitse punt van het puntstuk. Het verlengen van de dubbel
doorgetrokken streep is daarom niet doelmatig in het vergroten van de acceleratielengte;
hiervoor moet de spitse punt van het puntstuk worden verschoven en/of de overgangsboog
worden verlengd.
afbeelding 6.1. Acceleratielengte
Met name bij lusvormige (stijgende) toeleidende rijbanen dient extra aandacht besteed te
worden aan de acceleratielengte, omdat de snelheid bij de start van accelereren hier laag ligt.
De maatgevende snelheid is afhankelijk van de combinatie horizontale boogstraal en de
verkanting. Deze snelheid is af te lezen uit afbeelding 5.9 in paragraaf 5.2.2.
Bij zeer gestrekte toeritten wordt de acceleratielengte berekend vanaf het kruispunt met het
onderliggend wegennet. De startsnelheid is dan 20 km/u.
Pagina 117 van 168