Page 111 - !ROA2017-02
P. 111

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017








                      afbeelding 5.40. Horizontale knik































                      verticale knik
                      Een verticale knik ontstaat bij de nadering van een verticale holle boog vanuit een horizontale
                      rechtstand of een zeer flauwe horizontale boog. Deze verdwijnt pas bij toepassing van zeer grote
                      stralen voor de holle boog (minimaal 30.000 m bij een ontwerpsnelheid van 120 km/u). De knik
                      in het wegbeeld wordt verminderd als hij in een horizontale boog is gelegen. Ook het toepassen
                      van een geringe verticale rechtstand vóór de verticale boog kan de knik verminderen.

                      afbeelding 5.41. Verticale knik
















                      horizontale S-vorm
                      Bij een horizontale verschuiving van de as van een rijbaan worden de stralen zo ruim mogelijk
                      gekozen. Een verschuiving over een betrekkelijk geringe lengte geeft een ongeloofwaardig
                      beeld. De verschuiving moet verwerkt worden in een zwak gebogen tracé. Indien dit niet
                      mogelijk is, dienen 2 korte horizontale bogen met ruime stralen gecombineerd te worden. De
                      boogstraal die hierbij aangehouden dient te worden, komt overeen met de boogstraal die wordt
                      toegepast bij tegenverkanting (R = 4.000 m bij 120 km/u), zie paragraaf 5.2.2.

                      Ook een verkantingsovergang kan storend zichtbaar zijn in de vorm van een horizontale S-boog,
                      optredend wanneer de verkantingsovergang direct aan het begin van de overgangsboog wordt


                                                                                                 Pagina 111 van 168
   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116