Page 140 - !ROA2017-02
P. 140
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
tabel 6.17. Indicatieve weefvaklengte bij 15% vrachtverkeer op basis van verkeersafwikkeling
minimale weefvaklengte per
aantal rijstroken ontwerpsnelheid
toeleidende rijbanen weefvak afbuigende rijbanen 120 km/u 90 km/u 70 km/u 50 km/u
links rechts links rechts
1-strooks 1-strooks 2-strooks 1-strooks 1-strooks n.v.t. 250 m 200 m n.v.t.
2-strooks 1-strooks 3-strooks 2-strooks 1-strooks 500 m 500 m 400 m n.v.t.
3-strooks 1-strooks 4-strooks 3-strooks 1-strooks 600 m 600 m n.v.t. n.v.t.
4-strooks 1-strooks 5-strooks 4-strooks 1-strooks 600 m 600 m n.v.t. n.v.t.
5-strooks 1-strooks 6-strooks 5-strooks 1-strooks 650 m 650 m n.v.t. n.v.t.
1-strooks 2-strooks 3-strooks 1-strooks 2-strooks n.v.t. 600 m 450 m n.v.t.
2-strooks 2-strooks 4-strooks 2-strooks 2-strooks 650 m 650 m 500 m n.v.t.
3-strooks 2-strooks 5-strooks 3-strooks 2-strooks 700 m 700 m n.v.t. n.v.t.
4-strooks 2-strooks 6-strooks 4-strooks 2-strooks 800 m 800 m n.v.t. n.v.t.
5-strooks 2-strooks 7-strooks 5-strooks 2-strooks 850 m 850 m n.v.t. n.v.t.
3-strooks 3-strooks 6-strooks 3-strooks 3-strooks 800 m 800 m n.v.t. n.v.t.
asymmetrische weefvak
Afwijkend van de standaardvormgeving met symmetrische weefvakken, worden asymmetrische
weefvakken toegepast. Een asymmetrisch weefvak heeft twee verschijningsvormen:
- weefvakken waarbij het convergentie- en divergentiepunt niet langs dezelfde markeringslijn
liggen;
- weefvakken met een extra rijstrook, doordat de twee uit elkaar gaande rijbanen samen uit
capaciteitsoverwegingen meer rijstroken nodig hebben dan het weefvak zelf. Hiervoor zijn
twee uitvoeringsmogelijkheden:
. een extra rijstrook over het laatste deel van het weefvak, indien uit het oogpunt van
capaciteit op de splitsende rijbanen meer rijstroken benodigd zijn dan op het weefvak. De
toegevoegde strook is 450 meter stroomafwaarts van het puntstuk op volledige breedte en
wordt ingeleid door een wigvormig gedeelte van 100 meter;
. een tapersplitsing of tapersamenvoeging, indien uit het oogpunt van capaciteit op de
splitsende of samenvoegende rijbanen meer rijstroken benodigd zijn dan op het weefvak
maar er onvoldoende ruimte is dit vorm te geven door middel van een extra rijstrook over
het laatste deel. Dit wordt alleen (bij uitzondering) toegepast bij convergentie / divergentie
van ongelijkwaardige verkeersstromen.
Voor de lengte van het asymmetrische weefvak zijn eisen aan de bewegwijzering (zie tabel 6.18)
maatgevend boven eisen aan de manoeuvreerlengte. Om te bepalen of de in
tabel 6.18 weergegeven minimumlengtes ook de gewenste verkeersafwikkeling opleveren, wordt
verwezen naar het Handboek CIA. De vanuit verkeersafwikkeling vereiste lengte van
asymmetrische weefvakken is echter zelden maatgevend boven de eisen vanuit bewegwijzering.
Pagina 140 van 168