Page 136 - !ROA2017-02
P. 136

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017










                      De maten in tabel 6.14 moeten worden gecombineerd met de maten in tabel 6.13.


           6.6        Weefvak
                      Een weefvak is een wegvak van beperkte lengte tussen een convergentie- en divergentiepunt,
                      dat bedoeld is om te weven. Weven is het onder een zeer kleine hoek en met gering
                      snelheidsverschil kruisen van twee verkeersstromen die zich in nagenoeg dezelfde richting
                      bewegen. Enkele voorbeelden hiervan zijn weergegeven in
                      afbeelding 6.14. De afwegingen die ten grondslag liggen aan de keuze van een bepaald weefvak,
                      zijn beschreven in paragraaf 4.5.8. Het weefvak wordt gemeten tussen het einde van het
                      convergentiepuntstuk en het begin van het divergentiepuntstuk.


                      afbeelding 6.14. Enkele voorbeelden weefvak




































                      Het belangrijkste criterium voor de dimensionering van weefvakken is de capaciteit als gevolg
                      van het aandeel wevend verkeer. De factoren met betrekking tot dimensionering op basis van
                      capaciteit zijn beschreven in paragraaf 4.5.8.

                      Er kan onderscheid gemaakt worden tussen weefvakken voor gelijkwaardige verkeersstromen en
                                                                                      22
                      voor ongelijkwaardige verkeersstromen, of een combinatie van beiden . Daarnaast kan er
                      onderscheid gemaakt worden tussen symmetrische (standaard) weefvakken en asymmetrische
                      weefvakken.

                      Het weefvak wordt toegepast wanneer een convergentiepunt en een divergentiepunt maximaal
                      1.500 m van elkaar gelegen zijn en de I/C verhouding (zie paragraaf 4.5) en bewegwijzering

                      22  Zo kan bij het convergentiepunt sprake zijn van gelijkwaardige verkeersstromen, terwijl bij het divergentiepunt sprake is van
                      ongelijkwaardige verkeersstromen (of andersom).

                        Pagina 136 van 168
   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141