Page 22 - !ROA2017-02
P. 22
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
In dergelijke situaties kunnen de standaardknooppunten toegepast worden, waarbij de
verbindingswegen die onwenselijke relaties faciliteren, weggelaten worden (zie afbeelding 4.4).
De configuratie van de resterende verbindingswegen kan vervolgens geoptimaliseerd worden.
afbeelding 4.4. Voorbeeld van een onvolledige vierarmige configuratie
Het toepassen van een onvolledig knooppunt heeft de volgende nadelen:
- risico van sluipverkeer op onderliggend wegennet;
- onduidelijkheid voor weggebruikers (de algemene verwachting van een weggebruiker is dat
een knooppunt volledig is);
- kans op extra reistijd op bepaalde routes;
- verminderde netwerkrobuustheid (bij calamiteiten).
Bij het toepassen van een onvolledig knooppunt dient rekening gehouden te worden met
compenserende maatregelen om de nadelige gevolgen te beperken.
4.2.3 Driearmige knooppunten
Driearmige knooppunten zijn knooppunten waar een beginnende/eindigende autosnelweg
aansluit op een doorgaande autosnelweg. Voor driearmige knooppunten wordt het volgende
onderscheid gemaakt:
- standaardconfiguraties, waarbij de doorgaande rijbaan in een (nagenoeg) rechte lijn ligt;
- (tijdelijke) configuraties, waarop in de toekomst een vierde tak kan worden aangesloten;
- onvolledige knooppunten, waarbij niet alle potentiële verkeersbewegingen worden
gefaciliteerd.
standaardconfiguraties
Binnen de standaardcategorie zijn drie basisvormen te onderscheiden:
- trompetvormen;
- turbinevormen;
- stervormen.
In afbeelding 4.5 staat weergegeven welke configuraties mogelijk zijn, op volgorde van
voorkeur. Deze voorkeur is gebaseerd op de importantie van de afbuigende relaties (zoals in het
begin van de paragraaf omschreven). Hierbij kan worden gekozen voor toepassing van een
indirecte verbindingsweg (lus) wanneer een hoogwaardigere verbindingsweg niet nodig is op
basis van genoemde aspecten. Op die manier is een trompet de minst hoogwaardige
knooppuntvorm. Aan de andere kant van het spectrum staat het hoogwaardige sterknooppunt,
dat indien gewenst vanuit de netwerkvisie volledig met een ontwerpsnelheid van 120 km/u
ontworpen kan worden.
Een indirecte verbindingsweg of een semi-directe verbindingsweg met een ontwerpsnelheid 50
km/u is onwenselijk als einde van een hoofdbaan, omdat het einde van een hoofdbaan dan
onverwacht is, niet wordt ingeleid door een discontinuïteit en voor de weggebruiker een
Pagina 22 van 168