Page 40 - bloch2-30-01-2022_OCR
P. 40
Pm uV i/rcc<.'i(c
Voor 16 grote koeken:
/ 150 g bloem
/ 60 g verse melk
/ 30 g ei
/ 10 g gist
/ 60 g ongezouten boter op kamertemperatuur
/ 10 g kristalsuiker
/ 2,5 g zout
/ 2,5 g kaneel
/ 125 g dikke korrelsuiker
/ mengsel van 100 g bruine suiker met 50 g
kristalsuiker
1 bakplaat bekleed met bakpapier en rijkelijk
ingesmeerd met boter
Warm de oven voor op 200 °C
Verkruimel de gist en roer glad met de melk en
het ei.
Voeg de rest van de ingrediënten toe en meng
alles tot een egaal deeg.
Kneed het deeg 1 minuut verder op de werktafel
tot het goed samenhangt.
Verdeel het in porties van 80 gram.
Strooi de korrelsuiker uit op een propere hand
doek. Rol de stukjes deeg uit in de suiker tot ze 30
cm lang zijn.
Giet dan het mengsel van bruine en witte suiker
op de tafel. Leg er de stukjes deeg op en druk
vervolgens het deeg plat tot een lapje van 8 cm
breed. Draai het deeglapje af en toe eens om in
de suiker. Je kan het ook plat uitrollen met een
deegrol.
Leg het deeg op het ingeboterde bakpapier en
snijd het lapje middendoor. Laat 10 minuten
narijzen.
Bak 10 tot 12 minuten af in een oven van 200 °C.
Draai met een breed paletmes de koeken na het
bakken zo vlug mogelijk om. Let op: de koeken
zijn heel warm.
42