Page 67 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 67

boven  gezegd,  door  de  Pradata  executoir  worden  verklaart. Deze
           executoirverklaring  heeft  dezelfde  dienst  als  bij  de  Gouverne-
           ments  rechtspraak,  nl.  om  de  werking  van  het  vonnis  door  alle
           executoriale  middelen  te  verzekeren.
               Deze  dwangmiddelen  zijn:  beslag  op  en  verkoop  van  alle
           roerende  en  onroerende  goederen  van  de  erflater  en  gijzeling
           van  de  onwillige  (erfgenaam)  veroordeelde.
               De  executie  van  het  vonnis  zelf  geschiedt  door  de  Voorzit­
           ter  van  de  Pradata  of  diens  gemachtigde,  bijgestaan  door  het
           lnl.  bestuur  en  de  Wadana  Sinatrija  (hoofd  van  de  betrokken
           bloedverwant).

           b.   Van  de  Pradata.

               Overeenkomstig  de  Soerakartase  „Siam  Djé"  regeling  van  9
           Pasa,  Djé  1798  geschiedt  de  executie  der  civiele  vonnissen  als
           volgt:
               Bij  veroordeling  van  een  bloedverwant  tot  het  betalen  van
           de  schuld  moet deze slechts de helft  (sedert pranatan van 14 Soera,
           Djimakir 1818 of  20  September  1888  no.  500  eenderde)  van  zijn
           inkomsten  afstaan.  Zijn  er  meer  veroordelingen,  dan  moeten
           de  andere  afbetalingen  wachten  tot  aan  de  eerste  of  voorgaande
           veroordeling  geheel  is  voldaan.  Sedert  de  pranatan  van  26  Ra-
           bingoelakir,  Djé  1822  of  17  November  1892  no.  3/Q  wordt  die
          afbetaling  van  's Rijkswege  afgekort  op  de  inkomsten  uit  de  de-
           sagronden  of  op  het  salaris.
               Heeft  de  veroordeelde  geen  inkomsten  vanwege het Rijk,  dan
           moet  aan  de  veroordeling  a  contant  en  in  haar  geheel  worden
           voldaan.  Kan  hij  hieraan  niet  voldoen,  dan  worden  eerst  zijn
           roerende, daarna  zijn  onroerende  goederen  in  beslag  genomen  en
           openbaar  verkocht,  tot  de  schuld  geheel  is  afbetaald.  Het  een en
          ander  geschiedt  door  de  Voorzitter  van  de  Pradata  of  diens ge­
           machtigde,  bijgestaan  door  het lnl. bestuur en de Wadana Sinatrija.
               Bij  ongenoegzaamheid  daarvan,  ondanks  de  openbare  ver­
           koping  van  al  zijn  goederen,  kan  de  veroordeelde  op  verzoek
           van  de  schuldeiser  in  gijzeling  worden  genomen.  Het  gijzelen
           gebeurt  in  de  eigen  boei  ter  Mangkoenagaran,  evenals  het  uit­
           voeren  van  alle  gevangenisstraffen  van  hoogstens  één  jaar, welke
           door  de  Pangadilan  Pradata  zijn  uitgesproken.
               Blijkens  het  gevangenisreglement  van  de  Mangkoenagaran


                                                                      61
   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72