Page 72 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 72
HOOFDSTUK IV.
De werkkring van het Mangkoenagarase Rijk
en zijn gezagsverhouding met het Land.
Evenals alle andere zelfregerende gebiedsdelen vanNed.Indië
heeft het Mangkoenagarase Rijk een eigen werkkring. In tegen
stelling met de andere soorten van zelfregerende gebiedsdelen is
deze werkkring èn personeel èn territoriaal afgebakend.
Personeel is zij beperkt tot zijn eigen onderhorigen (zie hier
voor ons hoofdstuk V) en territoriaal tot zijn eigen grondgebied
(zie hierover ons hoofdstuk VI).
33. Binnen bovengenoemde begrenzing is het Mangkoenagaranse
Zelfbestuur in principe vrij d.w.z. tenzij de Gouverneur-Generaal
het anders wil hebben, mag het Mangkoenagarase Rijk daarbin
nen alle mogelijke overheidszorg verrichten (de vrije taak van het
Zelfbestuur).
Behoudens de noodzakelijk geachte controle daarop, verricht
het Zelfbestuur deze taak naar eigen inzicht. Ten aanzien van
deze werkkring van werkzaamheden heeft het Zelfbestuur
m. a. w. autonomie (d. i. het recht van regeren op eigen
initiatief).
In de practijk komt van deze vrije taak van het Zelfbestuur
echter bitter weinig terecht. Niet zo zeer omdat het Zelfbestuur
voor het vervullen van die taak onmachtig zou zijn, doch omdat
de moderne bestuursvoering nu eenmaal eist, dat bepaalde soor
ten van overheidszorg centraal georganiseerd en aangepakt worden.
34. Als voorbeelden van centraal verzorgde openbare belangen
in het Mangkoenagaranse Zelfbestuur noemen we hier:
a. de Volksgezondheid.
Hiervoor zijn allereerst de epidemie- en doodschouwordon-
nantie bij pranatan toepasselijk verklaard, R. 1919 No. 3 gevolgd
door de opname der toepasselijk verklaarde ordonnanties in R.
1919 No. 7 en 16, later het Reglement op het maken van ijs en
koolzuurhoudende wateren, R. 1932 No. 13 en R. 1934 No. 2.
Ter ondersteuning daarvan gelden daarnaast eigen Mang
koenagaranse pranatans, zoals die, welke opgenomen is in R.
1917 No. 21 (woningverbetering), R. 1925 No. 11 jo. 1926 No.
66