Page 77 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 77
ieder verboden een vuurwapen te bezitten zonder schriftelijke
vergunning van de bétrokken Wadana Goenoeng. Deze vergun
ning werd door deze verleend in overeenstemming met de be
trokken Assistent-Resident (art. 1).
Inzake de verplichte diensten in het Mangkoenagarase Rijk,
geregeld bij R. 1920 No. 23, R. 1917 No. 14 aangevuld bij R.
1917 No. 16, art. 1 van de pranatan van 6 Mei 1918 No. 8/R
opgenomen in R. 1918 No. 8, zoals die gewijzigd is bij veror
dening van 21 Januari 1919 No. 11/R (opgenomen in R. 1919
No. 12), R. 1919 No. 8, R. 1920 No. 8, R. 1922 No. 3 en bij
nog andere niet te noemen voorschriften betreffende verplichte
diensten, welke pranatans en voorschriften door één nieuwe ver
ordening is vervangen opgenomen in R. 1936 No. 4.
Art. 3 2 van laatstgenoemde pranatan bepaalt, dat overeen
stemming tussen het Hoofd van het M. N. Huis en de Gouver
neur van Soerakarta vereist wordt voor het uitmaken, of diens
ten ter herstelling van zware beschadigingen aan irrigatiewerken
gevorderd mogen worden.
Inzake de credietinstellingen, geregeld bij R. 1929 No. 14
gewijzigd bij R. 1933 No. 8 en vervangen door R. 1938 No. 3.
Volgens de nieuwste pranatan is voor de oprichting en op
heffing van Inlandse Gemeente-credietinstellingen de toestemming
van de Regent-Patih nodig. Deze moet daarvoor vooraf het ad
vies van de Plaatselijke Ambtenaar der Algemene Volkscre-
dietbank (via het Hoofd van Gewestelijk bestuur) inwinnen (art. 2 ).
2
Ook moet de Regent-Patih deze ambtenaar horen, wanneer
hij de door deze ambtenaar bevolen stopzetting van het bedrijf
ener Inlandse Gemeente-credietinstelling verlengen wil of niet
(art. 2 ), de vergoeding voor het bestuur der Inlandse Gemeen
3
te-credietinstelling wil vaststellen (art. 2 ), in hoogste instantie
4
wil beslissen over de door deze ambtenaar genomen beslissingen
inzake de vaststelling van het maximum bedrag, dat aan éénzelf
de persoon mag worden uitgeleend, vaststelling van rentevoet en
aflossingsvoorwaarden der leningen, afschrijving op vorderingen
en aan- en verkoop en herstel van roerende en onroerende goe
6
deren (art. 3 ).
In overleg met de directie van de A. V. B. moet de Regent-
Patih de bezoldiging en de verdere voordelen der in art. 5
71