Page 80 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk

Krachtens art. 24 van genoemde pranatan treden de Regent
Patih en de Regent bij de bestuursdienst resp. op namens het
Hoofd van het Mangkoenagarase Huis in overeenstemming met
het Hoofd van Gewestelijk bestuur en namens de Prins in over­
eenstemming met het betrokken Hoofd van Plaatselijk bestuur.
In welke gevallen deze moeten optreden, vinden we aange­
geven in de art. 3 (schriftelijke vergunning geven tot het ver­
kopen van sterke drank door de Regent bij de Bestuursdienst
enz. enz. bij weigering hoger beroep open bij de Regent-Patih),
8 (ï cgister aanhouden door de Regent), 12 (intrekking der ge­
geven vergunning door de Regent met gelegenheid tot hoger
beroep bij de Regent-Patih), 15 (het tijdelijk doen sluiten van
vergunde verkoop in bepaalde localiteiten door den Regent met
hoger beroepsinstantie bij den Regent-Patih), 16 (het zorgen voor
de „Vergunning" opschriften gecontroleerd door de Regent*, 18
(het toezicht op de naleving van de pranatan behalve 'door de
ambtenaren en de beambten der politie ook uitgeoefend door de
Regent en de door dezen aan te wijzen ambtenaren).

Inzake de tegengang van de aardappelrupsenplaag, geregeld
bij R. 1927 No. 3 gewijzigd bij R. 1927 No. 8.
Art. 1 van genoemd Rijksblad eist overeenstemming tussen
de Prins en de Resident van Soerakarta inzake de aanwijzing
van plaatsen en streken, waar bedorven aardappelen verboden
worden.

Inzake de nummering der huizen, geregeld bij R. 1920 No.
17, later vervangen door R. 1929 No. 5.
Hier moet de huizennummering geschieden op de wijze als
door de Regent bij de bestuursdienst in overeenstemming met
het Hoofd van Plaatselijk bestuur overeenkomstig de in de ver­
ordening staande regels aangewezen (art. 2). Ook art. 3 en 4'
van genoemde verordening eist overeenstemming tussen die twee
ambtenaren.

Inzake de steenbakkerijen ter kotta, geregeld bij R. 1929
No. 15.
Overleg moet worden gepleegd door het Hoofd van het
/Mangkoenagarase Huis met het Hoofd van Gewestelijk bestuur
betreffende het opheffen van steenbakkerijen ter kotta.

74