Page 85 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 85
4
derzoek zal plaats hebben (art. 3 ).
Inzake de varkensfokplaatsen enz., geregeld bij R. 1919 No.
14, dat later vervangen is door R. 1930 No. 17.
In zijn art. 1 bepaalt dit Rijksblad, dat voor het houden van
varkens, behalve in daartoe aangewezen plaatsen, een voorafgaande
vergunning vereist is, die door de Regent bij de bestuursdienst
na de Gouvernements-veearts gehoord te hebben, wordt ver
leend.
De inrichting der fokplaatsen moet aan de voorschriften door
de Regent na overleg met de Gouvernements - veearts gegeven,
voldoen.
44. Bij 's Rijkswaterstaat en 's Lands Verkeer & Waterstaat
waaronder begrepen de Mangkoenagaranse bedrijven.
Inzake het voerwezen, geregeld bij R. 1927 No. 6, gewijzigd
bij R. 1931 No. 8 later voor het grootste gedeelte vervangen
door R. 1937 No. 7.
Het Hoofd van het Mangkoenagarase Huis moet de in de
ordonnantie en verordening geëiste besluiten in overleg met het
Hoofd van Gewestelijk bestuur vaststellen (art. 28 van R. 1937
No. 7), de vereiste vergunning in overleg met het Hoofd van
Gewestelijk bestuur geven (art. 4, 5, 10 . 11 en 12 van R. 1937
:!
No. 7).
Inzake de pasar, geregeld bij R. 1917 No. 23 en R. 1918
No. 9.
In die twee regelingen wordt bepaald, dat de verschuldigde
betaling voor het gebruik maken van plaatsen in de pasars door
de Prins in overeenstemming met de Resident vastgesteld wordt
(art. 14), idem ten aanzien van door vrachtvoerders gebruikte
plaatsen (art. 18); en ten aanzien van in strijd met de pasar-pra-
natans gebouwde of vernielde bebouwingen wordt bepaald, dat
die binnen een door de Prins in overeenstemming met de Re
sident vastgestelde termijnen weggeruimd of hersteld moeten
worden, (art. 53).
Inzake het grondbedrijf van Tawangmangoe, geregeld bij R.
1932 No. 9 en R. 1932 No. 10.
In laatstgenoemde Rijksblad wordt gewag gemaakt van
79