Page 86 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 86

de  goedkeuring,  die vereist  wordt voor  het verlenen  van  het recht
              van  opstal, overeenkomstig  de  bepalingen  in het  Gouvernements­
              besluit  ddo.  10 April  1918  No.  26  en  het  prijsgeven  van  het
              eenmaal  verkregen  recht  van  opstal  bovengenoemd.

              45.  Tot  al de hierboven  genoemde  vormen  van inmenging  is het
              Ned.  Ind.  Gouvernement  bevoegd  krachtens  politiek  contract.
               Iedere  Mangkoenagaranse  Zelfbestuurder  toch  belooft  bij  zijn op­
              treden  bij  acte  van  verband,  dat  hij  „alle  schikkingen  en  bepa­
              lingen  door  het  Ned.  Ind.  Gouvernement  of  namens Hetzelve ge­
               maakt  en  vastgesteld  of  nog  te  maken  of  vast  te  stellen  in allen
               deele  oprechtelijk  en  zonder  eenige  afwijking  zal  nakomen".
                   Bovendien  belooft  voor  het  eerst  Mangkoenagara  VI,  dat
               „zoolang als  het  Ned.  Ind.  Gouvernement  het  noodig  zal  oor-
               deelen  het  financieel  beheer  der  Mangkoenagaran  onder  het  toe­
               zicht  van  den  Resident  van  Soerakarta  zal  doen  stellen"  en ver­
               der,  dat  hij  „in  alle  zaken  van  bestuur  en  politie  alsmede in  al­
               les  wat diens  huishouding  en  familiezaken betreft,  zich zal richten
               naar  de  wenken,  inzichten en wenschen  van den  Hoofdambtenaar
               bevengenoemd".
                   Op  grond  van  bovengenoemde  beloften  kunnen  we  con­
               stateren,  dat  de  gezagsverhouding  van  het  Mangkoenagaranse
               Zelfbestuur  met  't  Land  practisch  dezelfde  is  als  die  van  een
               „Korte-Verklaring"  landschap  met  het  Ned.  Ind.  Gouvernement.



























               80
   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91