Page 87 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 87
HOOFDSTUK V.
HET PERSONENGEB1ED VAN HET
MANGKOENAGARASE RIJK,
In ons vorig hoofdstuk hebben we gezegd, dat de werkkring
van het Mangkoenagarase Rijk, evenals die van de andere e
besturen, eerstens beperkt is tot de eigen onderhorigen.
Dat wil zeggen, dat de Mangkoenagaranse openbare organen,
die wij in hoofdstuk II hebben behandeld, bij hun dienstverric i-
tingen de bevoegdheden van het Mangkoenagarase Rijk zoals
die in hoofdstuk III te lezen staan, enkel en alleen over de per
sonen mogen uitoefenen, welke onder het begrip Mangkoenaga
ranse onderhorigen vallen. Het een en ander met inachtnem.ng
van wat in hoofdstuk IV uiteengezet is.
Welke zijn nu die Mangkoenagaranse onderhorigen? Met
deze vraagstelling betreden we het domein van het Mangkoena
garanse personengebied.
46. De oudere gegevens.
Het eerste gegeven, dat wij hierover tegenkomen, is de be
paling van het Contract ddo. 5 0ctoberl705 (art. 9), vastgesteld
en overeengekomen tussen de Soesoehoenan van het Mataramse
Rijk en de Oost-Indische Compagnie, te vinden bij de Jonge,
deel VIII pag. 265. .
Volgens die bepaling zou de Soesoehoenan ingevolge
10 van het contract van het jaar 1677 in zijn land geen Maka-
saren, Boeginezen, Maleiers, Baliërs, Bontonders, Moren, Chine
zen of vreemde natiën mogen admitteren, dan die van s Com
pagnies wege daartoe licentie hadden verkregen en met haar
passen waren voorzien.
Die mensen zouden verder in gelijke voegen, als alle de ree s
op Java „remorerende" vreemde inlanders, alleen onder 's Com
pagnies gebied staan, tenzij in zaken van groot belang en voor
komende differenten omtrent dezelve en daar des Soesoehoenans
javaanse gouverneurs mede vermengd waren.
In zulke gevallen zou de decisie aan de Soesoehoenan en
de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië te Batavia „ge-
defereerd" blijven.
47. Het tweede gegeven bevindt zich in het contract van 7 Maart
81