Page 78 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 78
dezer verordening genoemde schrijvers regelen, is hij bevoegd om
ten laste van het in art. 12 dezer verordening bedoelde bedrijf-
fonds gelden te doen uitkeren aan het pensioen- en uitkerings
fonds voor het niet-ambtelijk personeel van het Volkscredietwe-
zen (art. 6), stelt hij vast de ingevolge art. 7 over te dragen
gelden, waarover geen overeenstemming kan worden verkregen
tussen de Regent bij de bestuursdienst en de plaatselijke amb
tenaar van de A.V.B. (art. 7 ), en verder zie art. 17 , 18 ; art. 3 .
2
3
3
3
5, 8, 10', ll , 12, 14, 15, 16, 17, 20, en 21.
1
Inzake het wegverkeer, aanvankelijk geregeld bij R. 1917
No. 7, gewijzigd bij R. 1923 No. 7, nu bij R. 1937 No. 7.
Bij dit laatste Rijksblad, dat de Gouvernements wegverkeers-
regeling voor de Mangkoenagaranse Zelfbestuursonderhorigen toe
passelijk verklaart, wordt bepaald, dat er overeenstemming moet be
staan tussen het Hoofd van hetMangkoenagarase Huis en het Hoofd
2
van Gewestelijk bestuur ten aanzien van de in art. 2 , 4b, 5', 8,
2
9 , 10 3 12 genoemde handelingen, en tussen de Regent en het
Afdelingshoofd ten aanzien van de in art. 4a, 5 2 en 11 genoem
de handelingen, resp. het geven van algemene regelen van het
verkeer, het geven van vergunningen tot het houden van snel-
heidsritten, idem tot het gebruiken van een openbare autobus
voor het vervoer van personen, het voorzien van herkenningste
kens der ambtenaren belast met het toezicht op het openbaar
verkeer, het toestaan van behendigheidsoefeningen in het bestu
ren van motorrijtuigen door militairen, het verlenen van vergun
ningen om over de wegen met stoomwalsen en dergelijke te
rijden, het in hoger beroep beslissen over de voorgaande ver
gunningen, het bepalen van de uitgangen der wegen en het ge
ven van vergunningen tot het houden van snelheidswedstrijden
op de wegen in één regentschap gelegen, dito tot het gebruiken
van een openbare autobus voor het vervoer van personen binnen
één regentschap en het opschorten van de verplichting van ach
terlichten te hebben.
Inzake de politie, geregeld bij R. 1917 No. 28, gewijzigd in
R. 1917 No. 29, R. 1923 No. 8 en R. 1925 No. 14.
Art. 7 van R. 1917 No. 28 bevat de eis van overeenstem
ming tussen de Prins en de Gouverneur inzake de werkzaam
heden der Reksapradja's, de hoofdwachten en vaste posten (art.
72