Page 73 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 73
14 gew. bij R. 1932 No. 1 (op het bouwen en slopen in het M.N.
gebied), R. 1917 No. 32 jo. 1918 No. 4 gew. bij R. 1918 No. 5
(netheid in de kota's), R. 1930 No. 17 (verordening op het hou
den van varkens), R. 1930 No. 2 (de keuring van vlees enz.), R.
1928 No. 4 gew. bij R. 1930 No. 15 (op de melkerijen enz), R.
1919 No. 5 (verplichte aangifte van sterfte en verdachte ziekte
gevallen), R. 1930 No. 13 (op de begraafplaatsen en het begra
ven van lijken), R. 1931 No. 5 jo. R. 1931 No. 6 (ter beteuge
ling van straatprostitutie) en de twee pranatans betreffende het
verlenen van geneeskundige hulp opgenomen in R. 1919 No. 31
en R. 1920 No. 19.
b. het Volksonderwijs.
Naast dat van het Gouvernement heeft het M. N. Rijk zijn
z.g.n. dessascholen, niet bij pranatan geregeld.
c. de Landbouwvoorlichtingsdienst.
Het M. N. Rijk bepaalt zich hier tot de benoeming en be
zoldiging van het personeel bij de landbouwvoorlichtingsdienst,
geregeld bij Rijksblad 1925 No. 3 (poenggawa tani).
Verder geeft het M.N. Rijk ook nog andere pranatans, welke
de landbouw in zijn gebied regelen. We noemen hier de prana
tan opgenomen in R. 1927 No. 3 gew. bij R. 1927 No. 8 (te-
gengang van verdere verspreiding der aardappelknollenrups), R.
1919 No. 9, 11, 15 (voedselvoorziening).
d. de Veeartsenijkundige dienst.
De zorg van het M.N. Rijk beperkt zich hier slechts tot wat
in de regeling over de kwade droes (malleus) staat, R. 1920 No.
20 en
e. het IJkwezen, geregeld bij de ijkordonnantie 1928, toepasse
lijk verklaard bij pranatan opgenomen in R. 1929 No. 4 en 8.
35. Behalve bovengenoemde centraal verzorgde en dien
tengevolge, op een bepaald gedeelte na, aan de werkkring van
het Mangkoenagarase Rijk onttrokken belangen, zijn in dit Rijk,
evenals in de andere drie Zelfbesturen,
met Gouvernements-monopolie belegd :
f. de djatibossen (krachtens artikel 20 van het contract ddo.
11 November 1743, bij brief van de Resident ddo. 4 April 1919
No. 5790/3 weer in beheer van het M.N. Rijk teruggegeven), het
opium (Stbl. 1927 No. 279 jo. 518), de vogelnestklippen (op grond
van de resolutie ddo. 11 October 1831 No. 4 jo. Gb. 3 April
67