Page 68 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 68

ddo.  28  April  1927  heeft  men  aldaar  slechts  wat  men  zou  kun­
                nen  noemen  „celstraffen".  De  gevangenen  moeten,  op  een  paar
                uren  's morgens en  's avonds  na,  immers  steeds  in  de  kamer
                blijven  en  hebben  niets  te  doen.  Soms  wordt het  hun  toegestaan
                enig  handwerk  voor  eigen  rekening  uit  te  oefenen. Daarbij  wordt
                geen  onderscheid gemaakt tussen gevangenisstraf en  hechtenis. Men
                ondergaat  beide  soorten  van  straffen  op  precies  dezelfde  manier.
                    Ten  slotte  moeten  we  hier  melding  maken  van  het  feit,  dat
                de  uitvoering  van  veroordelingen  van  boven  het  jaar  op  kosten
                van  het  Zelfbestuur  in  's Landsgevangenis  (meestal  buiten  het
                gewest  gelegen)  gebeurt,  overeenkomstig  Stbl.  1917  No.  708.

                29.  Opgemerkt  moet  hier,  dat  sedert  Stbl.  1848  No.  9  de
                Mangkoenagaranse  rechtbank  geen  verminkende  straffen   meer
                mocht  toepassen  en  dat  alle  doodvonnissen,  niet  door haar, maar
                door  de  Soerakartase  rechtbank  werden  uitgesproken,  terwijl  die
                vonnissen  eerst  door  de  Gouverneur-Generaal  moesten  worden
                gefiatteerd  om  uitgevoerd  te  kunnen  worden.
                    Sedert  de  diepingrijpende  rechtsreorganisatie  bij  Stbl.  1903
                No.  8 geldt  in  de  Vorstenlanden  de  Rechterlijke  Organisatie  en
                mitsdien  heeft  men  aldaar de volledige Gouvernementsrechtspraak
                gekregen,  terwijl  als  het  toe  te  passen  materieel  privaat - en
                strafrecht  beschouwd  wordt  het  bij  Stbl.  1911  No. 569 aangewe­
                zene.  In  dit  staatsblad  wordt  nu  o.  a.  bepaald,  dat  in  de  Vor­
                stenlanden  van  toepassing  is  het  bij  algemene  verordeningen
                afgekondigde  algemeen  strafrecht.  Zoals  men  weet,  wordt  in  dit
                strafwetboek  de  doodstraf  nog  bedreigd.
                    Hier  rijst  nu  de  vraag  tot  wier  competentie  strafbare  feiten,
                waarop  de  doodstraf  staan  en  door  Mangkoenagaranse  bloedver­
                wanten  bedreven,  behoren.  Tot  de  Soerakartase  rechtbank  kun­
                nen  ze  niet  meer  behoren, noch tot de Gouvernementsrechtspraak,
                omdat  de  Vorstenlandse  rechtbanken  sedert  dien  zelfstandig  zijn.
                O.  i.  is  hier  de  Pradata  Mangkoenagaran  de  competente  recht­
                bank.
                    Met  de  inkrimping  van  de  Mangkoenagaranse  rechtspre­
                kende  bevoegdheid  tot  het  minimum,  verkrijgt  de  Mangkoenaga­
                ranse  rechtspraak  dus  de  volledige  competentie  over  haar  eigen
                onderdanen-bloedverwanten.

                30.  Een  vraag  is  ook  nog,  voor  welke  rechter  het  Hoofd  van


                62
   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73