Page 30 - !ROA2017-02
P. 30
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
bereiken over grotere lengte gescheiden van het doorgaande verkeer. Zodoende wordt de
stroom die de turbulentie veroorzaakt, gescheiden van de doorgaande stroom. Hierdoor ontstaat
er op de hoofdbaan een meer continue verkeersstroom, en treedt er slechts turbulentie op op de
locaties van de convergentie- en divergentiepunten van de hoofdbaan met de parallelstructuur.
De vormgeving en locatie van deze punten kunnen vervolgens geoptimaliseerd worden.
Parallelstructuur heeft de volgende functies:
- faciliteren van invoegend verkeer;
- faciliteren van uitvoegend verkeer;
- faciliteren van wevend verkeer.
De keuze voor het al dan niet toepassen van parallelstructuur is mede afhankelijk van de
functie/importantie van het tracé binnen het netwerk. Op hoofdverbindingsassen wordt vanwege
economische belangen een hogere kwaliteitsondergrens van de verkeersafwikkeling (reistijd en
reistijdbetrouwbaarheid) nagestreefd, waardoor het toepassen van een parallelstructuur eerder
gewenst is.
Voor parallelstructuur wordt onderscheid gemaakt tussen rangeerbanen en parallelbanen:
- een rangeerbaan is een rijbaan ter plaatse van een knooppunt en/of aansluiting, evenwijdig
aan een hoofdbaan en beginnend en eindigend op die hoofdbaan, bedoeld voor
invoegbewegingen, uitrijbewegingen en weefbewegingen, waarbij grote snelheidsverschillen
kunnen optreden;
- een parallelbaan is een rangeerbaan die zich uitstrekt over twee of meer knooppunten en/of
aansluitingen, waarbij relatief grote hoeveelheden verkeer uitwisselen tussen hoofdwegennet
en onderliggend wegennet.
Om de uitwisseling van de autosnelweg met het onderliggende wegennet en met andere rijbanen
van autosnelwegen efficiënt te laten plaatsvinden, ligt de parallelstructuur aan de buitenzijde
van de weg. Hierdoor zijn verbindingswegen tussen het onderliggend wegennet en de
autosnelweg eenvoudiger inpasbaar. Op de parallelstructuur vindt ook de afwikkeling van
eventueel regionaal verkeer plaats.
Bij het divergentiepunt van een parallelbaan gaat aandacht uit naar de duidelijkheid en
begrijpelijkheid voor de weggebruiker. Het kan immers voorkomen dat er al ver voor de
daadwerkelijke afrit gekozen moet worden voor uitvoegen naar de parallelbaan. Dit geeft
verhoogde kans op verkeerde routekeuze.
Een parallelstructuur begint en eindigt op dezelfde hoofdbaan. Een parallelstructuur kan dus niet
overgaan in een verbindingsweg.
4.5 Capaciteit
Capaciteit is de maximale verkeersintensiteit die een weg kan verwerken. Nauwkeurige kennis
van de capaciteit van elke oplossing is om diverse redenen noodzakelijk:
- om bij een gegeven verkeersbehoefte de juiste vormgevingsoplossing te kiezen en daarbij de
afwikkelingskwaliteit te kunnen bepalen;
- om zo efficiënt mogelijk te kunnen ontwerpen zonder de afwikkelingskwaliteit negatief te
beïnvloeden;
- ten behoeve van een goede besluitvorming (beleidsmatig);
- ter ondersteuning van het ontwerp van verkeersbeheersingsmaatregelen.
Op hoofdlijnen kan worden gesteld dat de capaciteit wordt bepaald door het aantal beschikbare
rijstroken en de aard van de toegepaste discontinuïteiten. In het onderstaande worden daarom -
Pagina 30 van 168